-12-
De Heer Jansen is van mening dat in deze ingewikkelde zaak
een fraktie-standpunt haast niet meer is in te nemen; per
soonlijk stelt hij voor dat de Raad zich terugtrekt naar
het uitgangspunt van vóór januari 1974, daarbij de zekerheid
inbouwend dat Burgemeester en Wethouders - desnoods monde
ling - de Raad te zijner tijd op de hoogte stellen van
het feit dat het pand is ontruimd, opdat er dan nog eens
over kan worden gesproken alvorens Burgemeester en Wethou
ders opdracht geven tot afbraak; daarbij wordt de mogelijk
heid opengelaten dat de huidige eigenaar of een koper bij
Burgemeester en Wethouders een verbouwingspla'n op tafel
legt in die tussenperiode;
overigens schaart hij zich achter het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
De voorzitter vindt dit een zinnige oplossing, doch een
eventueel restauratieplan moet dan - nu de Raad zich
hierover intens heeft gebogen - door de Raad worden be
oordeeld,verder mag een en ander niet leiden tot ont
manteling van het perceel.
De Heer Tonnevck zegt dat zijn fraktie zich hiermede kan ver
enigen; hij hoopt dat het pand niet in een staat komt dat
het zichzelf sloopt.
De Heer Roeien zegt zich eveneens met deze visie te kunnen
verenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten conform het voorstel Jansen
ontheffing sloopverplichting, be
houd bewoningsvergunning enz.
Voorstel inzake het beroepschrift van J. van Praat tegen
weigering van een bouwvergunning.
De Heer van Seventer vraagt zich af, en dit namens zijn
fraktie, of de recente regeling met betrekking tot dak
kapellen wel voldoende aan de inwoners bekend is gemaakt;
bovendien valt er subjectief te oordelen over begrippen
als welstand en groot dak zijn fraktie is van
oordeel dat in elk geval deze vergunning moet worden ver
leend omdat er een aantal onduidelijkheden zijn met betrek
king tot de publikatie over dakkapellen.
De Heer Jansen is van mening dat het tijdstip van publikatie
nog al tot aanvechtbare conclusies leidt, en dat er in het
verleden nogal tegen de regeling met betrekking tot de bouw
van dakkapellen is gezondigd; om die redenen zou deze bouw
vergunning moeten worden verleend; wel moet duidelijk
worden aangegeven wat Burgemeester en Wethouders nu in
feite willen.
De Heer Roeien herinnert er aan dat de voorzitter bij de
vaststelling van het Kernplan reeds uitspraken heeft gedaan
over dakkapellen; er zou het een en ander nog besproken die
nen te worden nu heeft hij de indruk dat de publikatie
is opgesteld nadat het bezwaar tegen de geweigerde vergun
ning is ingediend;