-2- zaak is, dan moet hij de afgevaardigden waarschuwen alert te zijn op die ontwikkelingen; hij zegt verontrust te zijn met betrekking tot het doel en vooral met betrekking tot de middelen om dit doel te bereiken; als een der middelen wordt genoemd "langs de weg der "gemeentelijke herindeling kunnen grotere eenheden worden gevormd" wanneer nu in gedachten wordt geroepen dat een aantal belangrijke personen in deze gemeente enkele jaren geleden hun uiterste best gedaan hebben om annexatie te voorkomen, een annexatie welke tot gevolg zou hebben gehad dat de burgers ter plaatse van een aantal diensten geen gebruik meer hadden kunnen maken, dan waarschuwt hij dat thans dergelijke zaken op een andere wijze aan ons onttrokken worden; wat hem daarnaast nog tegen de borst stuit is het feit, dat wij voor de zoveelste keer -indien het niet zo is, mogen de afgevaardigden hem corrigeren- een oordeel van de gewestraad moe ten onderschrijven; is dat niet het paard achter de wagen spannen; uiteindelijk gaat het over deze gemeente, over de inwoners van deze gemeente, een kleine gemeente die zich toch al moet afzetten tegen een grote; het zou beter geweest zijn als ons tijdig de mogelijkheid zou zijn geboden -en dat is bepaald niet de schuld van de voorzitter doch vanwege het tijdgebrek-; hij doelt niet op kritiek tegenover de afgevaardigden van Prinsenbeek, maar wel meent hij dat we ons moeten hoeden vcor de vraag van een oordeel achteraf over bepaalde zaken, zeker als dit het financiële vlak raakt De Heer Jansen herinnert er aan dat principiële zaken met betrek king tot de gewestvorming hier herhaaldelijk aan de orde zijn ge weest; de Heer Roeien heeft er een facet uitgehaald, de Heer Ton- neyck geeft meerdere facetten aan, die allen stoelen op de angst dat men geen greep krijgt op een overkoepeling, welke men funkties gaat toekennen zonder dat deze politiek voldoende zijn gestructu reerd; wanneer men wijst naar een vierde bestuurslaag dan is het omdat deze laag zo is gestructureerd dat niemand weet waar deze laag zijn ontstaansvorm krijgt; het "verder van de burger af gaan" heeft dezelfde achtergrond; het is namelijk een laag zonder achtergrond; de verkiezingen tonen aan dat voor de provinciale staten de zwakste opkomst wordt geconstateerd, bij de lands- verkiezingen is die opkomst wat beter, terwijl de allergroot ste opkomst vaak bij de gemeenteraadsverkiezingen te vinden is; waarom? omdat de provincie verder van de burger is verwijderd, en omdat bij de gemeenteraad de burger een grotere betrokkenheid ondervindt t.a.v. zijn eigen problematiek en zijn eigen besognes; thans spreken we over een laag, waarbij niemand betrokken is, en waarbij gesproken kan worden van een getrapte ODbouw ten aan zien van het bestuursvlak en ten aanzien van het uitvoeringsvlak we lopen echter wel het risico dat er zaken behandeld worden, welke juist de betrokkenheid van elke burger vraagt; de burger zou wel de nodige inspraak willen hebben bij zaken die gemeen telijk zowel als intergemeentelijk voor hem van uitzonderlijke betekenis zouden kunnen zijn; zonder het ei van Columbus naar voren te willen brengen is het voor spreker de vraag of de methodiek van de opbouw der stadsgewesten de juiste is; het is voor hem een groot vraagteken of het stadsgewest getrapt moet worden opgebouwd; met een beperkt takenpakket zou een grotere betrokkenheid moeten worden gezocht voor de mensen, waarop dat takenpakket wordt losgelaten; de getrapte verkiezingen houden wel risico's in voor de budgetten welke daaruit voortspruiten, langs de andere kant zegt eenieder het budget wordt wel ge presenteerd, maar welke invloed heb ik nog op de totstandkoming en de uitvoering van dit budget We hebben enkele proef mogelijkheden in den lande ten aanzien van de structuurschets aan de lijve ondervonden, maar wanneer men dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 44