men zich eens daarop richten; daarom is het gebruikte argument
geen argument; l_: de nehele nota maakt hij duidelijk op cat er
sprake is van schijn-snnexatie om dan nog maar te zwijgen van de
problemen die de burgers hiervan zullen ondervinden.
Wethouder Henne kam merkt het volgende op
-door elkaar wordt gehaald de situatie van Prinsenbeek in het
stadsgewest en (anderzijds) de concept-structuurschets; de struc
tuurschets gaat uit van 44 gewesten en wanneer dit definitief
wordt dan deelt hij de vrees dat dit een verkapte vorm zou kun
nen zijn tot instelling van 44 gewesten; die vrees acht hij thans
voorbarig omdat de Minister op dit punt niet enthousiast in de
Tweede Kamer is ontvangen, de Minister bovendien direkt heeft
verklaard dat voor hem dat getal niet heilig is doch aansluitend
op de ontwikkeling in de praktijk; de meerderheid van de Tweede
Kamer is daarnaast voorstander van opsplitsing in een 2C a 25-
tal gewesten; dat de Minister daan "een vriendelijk man" wordt
genoemd geeft tevens weer hoe hoog de structuurschets daar is
gekwalificeerd
-het ontbreken van een takenpakket wordt veroorzaakt door het
feit, dat de gewestwet er niet is; in de stadsgewestregeling
Breda is wel een takenpakket opgenomen bij artikel 4
De Heer Roelen stelt bij interruptie dat hij daarin
juist het wezenlijk onderdeel van het takenpakket
mist; het afstoten van provinciale taken naar het
gewest, waarbij hij in het kader van de ruimtelijke
ordening denkt aan het goedkeuren van bestemmings
plannen; dit laatste moet in het gewest plaatsvin
den en niet via de P.P.D.
het stadsgewest -aldus wethouder Hennekam- heeft niet de taak be
voegdheden van de provincie over te nemen; die overdracht moet
van de andere kant komen.
-hij dankt de Heer Tonneyck voor het vertrouwen, gesteld in de
afgevaardigden in de gewestraad; spreker heeft begrepen dat de
kritiek als waarschuwing moet worden opgevat; het "over de
"hoofden heen regelen" is echter bij het stadsgewest Breda niet
het geval; artikel 4 is een kapstokartikel, want de gewestraad
kan bepaalde plannen aanhaken, doch wanneer er plannen komen
-zoals bijvoorbeeld de vorming van een regionale gezondheidsdienst
of van een regionale brandweer- dan zijn het toch weer de gemeen
teraden die daarover moeten beslissen; de gemeenteraad is de be
slissende instantie en niet de gewestraad
De Heer Jansen gaat hiermede akkoord voor zover het
de instelling betreft; daarna gaat het een eigen
leven leiden en staan wij buiten schot; alleen de
rekening wordt gepresenteerd; wij kunnen geen in
vloed uitoefenen op het goed of niet-goed funktio-
nerenwat voor Prinsenbeek goed kan zijn, kan voor
andere gemeenten falikant fout zijn, en het gevaar
is daarin gelegen, dat we het toch moeten accepteren.
- ook de uitspraak omtrent het Land van Heusden en Altena acht hij
wat voorbarig; dit Land is in de structuurschets opgedeeld in
-naar hij meent- 4 gewesten; de vier daarbij betrokken gemeenten
wensen echter bij elkaar te blijven, tesamen aangesloten te wor
den bij een gewest, hebben hiervoor het gewest West-Brabant ge
kozen; dit is onderschreven door de gewestraad Breda
De Heer Tonneyck zegt met zijn betoog te hebben be
doeld dat het een onmogelijkheid is een voorlopig
oordeel uit te spreken over nog onbekende taken en