-4-
adviseert echter niet akkoord te gaan met het voorstel
tot instelling van een Brandweer Stadsgewest Breda; de
voorzitter opent de discussie hierover.
De Heer Jansen zegt zeer teleurgesteld te zijn over dit
"Brandweer"-voorstelhij kan zich voorstellen dat er be
hoefte bestaat een en ander binnen de werkingssfeer van
dit onderdepl te regelen, doch de opzet hiertoe raakt
kant noch wal; de zaak is naar zijn mening op te vangen
door middel van periodieke besprekingen van de brandweer
commandanten, waarbij het zou zijn aan te bevelen dat de
van daaruit komende besluiten, instructies en adviezen
ter kennisgeving van de gemeentebesturen worden gebracht
om te bezien of de adviezen al of niet dienen te worden
gevolgd; daarbij zou dan te overwegen zijn voor de be
trokken commandant een adequate vergoeding uit te trekken
voor het onttrekken van die man uit zijn normale werk
zaamheden; de gemeenten kunnen de 82.000,per jaar
beter besteden dan aan een administratief gespreksorgaan;
verder heeft hij grote bezwaren tegen het opsplitsen van
de kosten, omdat Breda door deze opzet 3% van haar brand
weer-budget verbeterd ziet; zijn fractie past hiervoor;
het is een overtrokken regeling.
De Heer Tonneyck, die de woorden van de Heer Jansen aan
merkt alsof het zijn (Heer Tonneyck) woorden zijn, voegt
er namens zijn fractie aan toe dat het doel hun instem
ming heeft namelijk het coördineren van de bestrijding
van branden, rampen en andere calamiteiten; het probleem
is echter dat deze oplossing erg prematuur is, omdat
- zoals in de vorige vergadering is geconstateerd ten aan
zien van de bestuurlijke eenheden - we naar grotere een
heden moeten, naar een groter apparaat; verder is hij
van mening dat de organisatie rammelt, omdat de preventie
officier iets moet waar maken terwijl hij welhaast geen
verantwoordelijkheid draagt; hij dreigt daardoor te
worden gefrustreerd; hij neemt ook niet aan dat deze opzet
- zoals wordt gesteld - in andere streken wel functioneert
vervolgens vreest hij dat er, naast het betalen van de
normale brandweeruitgaven, een verschuiving gaat plaats
vinden van de Bredase overheadkosten; met vertrouwen in
de Prinsenbeekse afgevaardigden van het Stadsgewest ziet
hij, bij aanneming van dit voorstel, toch een tweeledig
beleid ontstaan, waardoor het feitelijke beleid zal
stranden, namelijk een eigen gemeentelijk beleid voor de
eigen brandweermensen en daarnaast nog een regionaal
beleid.
De voorzitter licht toe dat het voorstel in de Gewestraad
alle steun heeft gekregen omdat het waardering verdient
in grotere eenheden te gaan werken bij bovenmaatse rampen;
een gevaar ziet hij in het werk van de preventie-officier
wat remmend kan werken op de afgifte van bouwvergunningen;
de vertegenwoordigers van Prinsenbeek hebben "ja" gezegd
tegen het gewestelijk voorstel, omdat anders de moge
lijkheid tot behandeling in de Raad al bij voorbaat
ongedaan zou zijn gemaakt.