-12-
De Heer Koenraads bevestigt dit laatste, er aan toe
voegend dat de aanschrijving vanuit de organisatie waar
schijnlijk zal resulteren in 4 a 5 bedrijfsgebruikers
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
18Voorstel tot het voteren van een krediet tot verbetering
en riolering van de Groenstraat.
De Heer Roeien vreest dat de voorwaarde, door de commis
sie financiën gesteld om alleen akkoord te gaan als ten
minste een D.A.C.W.-subsidie van 75% verkregen wordt,
zal leiden tot een terzijdeschuiven van de aanvraag
door de D.A.C.W.; liever zag hij een percentage van
50 a 75.
Wethouder Hennekam is van mening dat een limitering zelfs
niet aan de orde is, wel als te zijner tijd de gunning
en uitvoering aan bod komt.
De Heer Jansen wil hieromtrent zekerheid hebben; hij
neemt aan dat Burgemeester en Wethouders nooit met dit
voorstel zouden zijn gekomen als er niet op subsidie
'V gerekend wordt; met de restrictie van wethouder Henne
kam gaat hij akkoord.
De Heer Roeien meent dat de begrotingswijziging eerder
de goedkeuringsstempel van Gedeputeerde Staten zal krij
gen als de voorwaarde wordt vermeld.
Na enige discussie wordt overeengekomen
de Raad bijeen te roepen - indien nodig -
nadat het subsidiepercentage bekend is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
19Voorstel tot het voteren van een krediet voor het revi
deren van een maaimachine
De Heer Tonnevck meent dat hier onzakelijk gehandeld is;
bij revisie zonder overleg zegt men in 't bedrijfsleven
natuurlijk "dank U wel"; een nieuwe machine - kosten
13.000,- vraagt aan jaarlijkse lasten 3.900,
nu betaalt men 4.200,voor 1 jaar garantie; boven
dien zal straks de post toch nog ontoereikend zijn,
want er zal geslepen moeten worden en de kogellagers
kunnen vernieuwd moeten worden; de zaak kan wel eens min
der reëel uitvallen dan thans wordt voorgesteld; hij wenst
in elk geval tot uitdrukking te laten komen dat hij zo
wel hier als in de commissie financiën heeft verklaard
moeite te hebben met deze post.
De Heer Roeien zou het juist vinden als de mondelinge be
kentenis van de zijde van het bedrijf schriftelijk be
vestigd was.
Wethouder Hennekam stelt dat het bedrijf ruiterlijk heeft
erkend zonder opdracht te hebben gehandeld; hij stelt goede
trouw dan ook tegenover de onzakelijkheid; nu de machine