Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van
Prinsenbeek, gehouden ten gemeentehuize op dinsdag 10 juni 1975.
AANWEZIG DE LEDEN: 1. J.Th.M. van der Bom;
2. A.J. de Greeuw;
3. DrsB.M.J. Hennekam;
4. G. Hermans;
5. P.WHoutepen;
6. Mr. J.R.A. Jansen;
7. A.J.A.M. Koenraads;
8. P. Miltenburg;
9. C.J. Roeien;
10. A.J. van Seventer;
11. E.E.M. Tonneyck;
12. M.C. van der Westen.
Afwezig met kennisgeving (wegens ziekte): J.A. Lockx.
Voorzitter P.J.A. Baetens burgemeester.
Secretaris A.A.Th.M. Geerards, loco-secretaris.
1Opening
Te ruim half acht opende de voorzitter de vergadering en
stelde als enig punt van de agenda aan de orde:
2Centraal antennesysteem.
De voorzitter memoreerde, dat in de laatste vergadering
toegezegd was een afgerond voorstel aan de Raad te presente
ren; door omstandigheden kon deze toezegging niet w@rden
nagekomen.
Door de technische commissie is een bestek opgemaakt, dat
werd toegezonden aan enkele grote ondernemingen, namelijk
Philips, Siemens en Bosch.
De laatste viel al snel af, omdat deze niet aan de inschrij-
vingsvoorwaarden voldeed.
De offerte van Philips bleek een beduidend stuk hoger dan die
van Siemens, waarbij aangetekend wordt, dat de laatste in
schrijving afweek van het bestek.
Bovendien bleek er een prijsverschil van plm. 130.000,
Er is binnen het College verschil van mening over de vraag
of het wenselijk zou zijn Siemens nieuwe prijsopgaaf te
vragen en de afwijking ongedaan te maken en dan aan Philips
te vragen wat de minderprijs zou zijn, indien de afwijking
zou worden opgenomen.
Op deze wijze beschikte de gemeente over gelijkwaardige
offerten van beide inschrijvers met en zonder dezelfde
afwijking in het bestek.
Het College van Burgemeester en Wethouders achtte het niet
geraden hierover een beslissing te nemen; vanwege het grote
prijsverschil meende het College hierover geen nota te moeten
uitbrengen, doch eerst het standpunt van de Raad te moeten
vernemen
De Heer Roeien zeide niet goed te begrijpen welke omstandig
heden de oorzaak er van kunnen zijn om de Raad geen nota
aan te bieden. Niets weerhoudt het College er van om aan de
hand van wat er thans aan mogelijkheden bekend is, een nota
samen te stellen en de consequenties voor gemeente en in-