het gaat zijn fractie te ver om - wanneer er op die grond gebouwd is en het huis er staat - hieraan vast te koppelen een dwangmatig verblijf gedurende 3 jaren; in de wandelgangen heeft hij dit genoemd betutteling, een ingrijpen in de persoon lijke vrijheid van eenieder; al denkt de Raad er mogelijk an ders over, dit punt is voor zijn fractie een principieel punt, zijn fractie is tegen dit voorstel. De opmerking van de voorzitter dat men bij de fundering al van eigenaar kan veranderen beantwoordt de Heer Tonneyck met te stellen dat dan met de distributieregeling niet wordt bereikt wat er mee beoogd wordt. De Heer Jansen kan de tijdsduur van 3 jaren wel accepteren, doch hij staat op het standpunt dat bij ontheffing alleen dient te worden gelet op de moverende redenen van aanvrager, en nooit op diens financiële redenen; wordt naar de mogelijke winst van aanvrager gekeken dan is dat een nieuw element, wat voor hem reden is dan aan de kant van de Heer Tonneyck te gaan staan; overigens weet de toekomstige eigenaar bij aankoop voor welk servituut hij komt te staan, voor welke bezwarende last. Volgens de Heer Roeien heeft diens fractie ook twijfels omtrent het voorstel, doch omdat dit zoveel mogelijk ten goede komt aan eigen bewoners beschouwt hij dit voorstel als een duidelijke bijdrage daartoe; hij vindt het jammer dat er geen beroep op een Raad is ingebouwd bij een negatieve beslissing van B. en W. om ontheffing. De voorzitter wijst op het neveneffect van het voorstel, dat n.l. het andere, wat nog moet volgen, hiermede wordt vergemak kelijkt; meer duidelijk zal uitkomen of een aanvraag serieus is. Wethouder Hennekam zegt dat hij met de Heer Tonneyck alleen van mening verschilt over de definitie van het begrip "vrijheid" als er stromannen worden gebruikt - en dat is ons ter ore ge komen - om gegadigden in aanmerking te laten komen voor grond in De Staart, terwijl zij normaal hiervoor niet in aanmerking komen, dan verleggen en verschuiven we de normen, met de fractievoorzitters voor de uitleg van De Staart afgesproken,en belemmeren we de vrijheid van hen, voor wie die normen zijn opgesteld Na enige discussie stelt de voorzitter hoofdelijke stemming aan de orde van het voorstel van B. en W.hierbij verklaren de Heren Tonneyck en Van Seventer tegen dit voorstel te zijn, terwijl de 10 overige Raadsleden "vóórstemmenzodat het voorstel is aangenomen; de Heer Jansen ver bindt aan zijn "vóór" de voorwaarde van zijn aantekening inzake "de aanvrage^moverende redenen". -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 124