-14-
De voorzitter ontkent dat B. en W. moeilijk doen: de motieven
van destijds gelden nu zeker voor de Meester Bierensweg;
bovendien hebben op grond van hoger ingrijpen B. en W. in
het verleden diverse personen moeten teleurstellen? waarom
nu "ja" zeggen tegen de laatste aanvrager.
Na enige discussie stelt hij hoofdelijke stem
ming aan de orde over het voorstel om de eer
tijds besloten 20-m.-perceelsbreedte te hand
haven, waarbij de Heren Van der Westen,
Hennekam, Nagelkerke en Van Seventer zich
"tegen" verklaren, en de overige 8 leden
(Heren Roeien, De Greeuw, Van der Bom, Tonneyck,
Miltenburg, Houtepen, Jansen en Hermanszich
"vooruitspreken, zodat dit voorstel (20 m.
is aangenomen.
Vervolgens stelt hij hoofdelijke stemming aan
de orde over het voorstel-Jansen om voor de
percelen buiten de bebouwde kom, en gelegen aan
de 4 invalswegen, een perceelsbreedte van 30 m.
aan te houden (en binnen de bebouwde kom 20 m.),
welk voorstel met algemene stemmen (12 leden
aanwezig) wordt aangenomen.
25Voorstel tot ongegrondverklaring van een bezwaarschrift van
de Heer A. de Wit te Prinsenbeek tegen het weigeren van een
bouwvergunning
Volgens de Heer Jansen is dit voorstel op formele overwegingen
juist; hij acht het wenselijk dat B. en W. de mededeling doen
dat er in de toekomst mogelijk wijzigingen ontstaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel (van B. en W.besloten.
26Voorstel tot ongegrondverklaring van een bezwaarschrift van
de Heer F. Faas te Prinsenbeek tegen het weigeren van een
bouwvergunning
Vooropstellend dat B. en W. juist hebben gehandeld brengt de
Heer Miltenburg hier de sociale achtergronden naar voren: een
vrij groot gezin dat niet kapitaalkrachtig is, bovendien is de
huidige woningbouw niet meer aangepast aan dergelijke bewoning, hij
geeft in overweging op de regel een uitzondering roe te staan,
en vraagt aan B. en W. de weigering terug te nemen en tot een
oplossing te komen.
Het gaat er om - aldus de Heer Roeien - of B. en W. juist
hebben gehandeld, gezien het eerder genomen Raadsbesluit;
het kan gebeuren dat een besluit in strijd komt met een gezin,
dat ruimte nodig heeft; hij vraagt de Raad aan B. en W. te
verzoeken het plan nog eens te bekijken, en in afwijking van
hetgeen de Raad in februari besloten heeft tot een eind
oordeel te komen? zijn stem legt hij aldus uit dat B. en W.
de richtlijnen wat eng hebben geïnterpreteerd.