-4-
De voorzitter deelt daarna mede, dat tegen het besluit tot
toelating beroep op Gedeputeerde Staten mogelijk is, zodat
het toegelaten lid niet tijdens deze vergadering zitting
kan nemen
De Heer Roeien merkt op, dat betrokkene desondanks een
schrijven heeft gehad om heden de eed af te leggen en het
bevreemdt hem dat dit nu wordt opgeschort.
De voorzitter stelt dat deze uitnodiging, waarvan hij zich
overigens totaal niets herinnert, incorrect is; mogelijk
heeft de betrokken afdeling zonder verder nadenken zijn hand
tekeningstempel gebruikt; hij wil de Heer de Hoon, gezien
deze uitnodiging wel in de zetel laten plaats nemen, doch
zonder deelname aan discussies of stemmingen.
De Heer Roeien, de uitnodiging weinig elegant noemend,
zegt die wetsbepalingen te willen laten preveleren boven
deze uitnodiging.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
de Heer A.A. de Hoon toe te laten tot lid
van de Raad der Gemeente Prinsenbeek.
6Voorstel tot wijziging van de brandbeveiligingsverordening
en de algemene politieverordening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel (tot wijziging) besloten.
7Voorstel tot wijziging van de verordening op de Drank- en
Horecabelasting
Bij de Heer Tonneyck komt het moeilijk over om voor de
horecabedrijven het maximum-tarief te handhaven en voor de
slijterijen,op verzoek op grond van prijsafbraakeen lager
tarief te hanteren. Hij vindt in de conclusies van het Col
lege onvoldoende ruimte om te kunnen vaststellen of hier
niet met twee maten gemeten wordt, omdat de tapperijen
moeilijker controleerbaar zouden zijn en omdat het verzoek
van één zijde komt. Er moet goed worden overwogen of niet
de slijterijen én de tapperijen in de verlaging moeten wor
den betrokken, tenzij Burgemeester en Wethouders staande deze
vergadering alsnog een goede motivering geven.
Wethouder van der Westen zegt dat het niet de bedoeling is
te meten met twee maten. Ervaring is dat de slijterijen bij
hun jaarlijkse opgaven van omzet van sterke drank gemakke
lijker te controleren zijn dan de tapperijen en hij is er
van overtuigd dat de slijterijen wegens prijsafbraak en con
currentie de grootste moeilijkheden ondervinden. De opzet is
om de belasting zo rechtvaardig mogelijk toe te passen en
in dat licht is het voorstel gedaan.
De Heer Tonneyck vindt de toelichting onvoldoende en zegt
het daarom alsnog jammer te vinden dat enerzijds een zin
volle verlaging wordt voorgesteld, doch dat anderzijds dit
niet geldt voor de horecabedrijven.