-8-
13Bestemmingsplan "De Staart".
a) Behandeling ingekomen bezwaarschriften tegen onteige-
ningsplan "De Staart";
b) Voorstel tot aankoop van grond in het plan "De Staart"
van N.V.Dura;
cVoorstel tot vaststelling onteigeningsplan "De Staart".
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig de voorstellen besloten, rekening houdend
met de omstandigheid dat door het besluit sub
b) het aantal bezwaarschriften, genoemd onder
a), tot één is gereduceerd.
14. Discussienota van Burgemeester en Wethouders over struktuur-
plan Haagsche Beemden.
De voorzitter stelt voor de nota punt voor punt te behande
len, waarbij hij als eerste de kwestie van het 2e viaduct
aan de orde stelt.
De Heer Roeien stelt voorop dat de vergadering van de com
missie Ruimtelijke Ordening, waarbij ook aanwezig waren de
Bredase Wethouder voor Ruimtelijke Ordening alsmede enkele
Bredase ambtenaren, als een vergadering met sfeer is erva
ren; verder acht hij het belangrijk dat eerst na goedkeu
ring door de Minister van Ruimtelijke Ordening het struc
tuurplan nader kan worden uitgewerkt. Hij vindt dat het
viaduct niet moet komen op de plaats waar het nu ingetekend
is, doch op een plaats - zoals in de commissie besproken -
waar een toekomstige rondweg via Molenstraat en Heikantse-
straat aansluit op de BeeksestraatDe toezegging die het
Gemeentebestuur van Breda betreffende de plaats van dit
viaduct heeft gedaan zal volgens de Bredase Wethouder schrif
telijk worden bevestigd.
De Heer Jansen neemt aan, dat de huidige bebouwing in ver
band met dit punt met rust gelaten wordt, omdat er volgens
hem voldoende open ruimte is. Hij vindt het zinvol nog eens
over het juiste punt van het te bouwen viaduct te overleggen
met het College.
Volgens de voorzitter liggen de uitgangspunten van Breda
en Prinsenbeek voor dit onderdeel niet ver uiteen.
De Heer Roeien acht het waardevol dat Breda bereid is op
dit punt de visie van Prinsenbeek te volgen; vervolgens
vraagt hij aandacht voor de landschappelijk waardevolle
elementen in het structuurplan bij de realisering van dit
plan.
Hij vindt dat er in verhouding bijzonder weinig aandacht
is besteed aan leven, wonen en werken van de mensen die er
nu wonen en zullen blijven werken.
Zo is bijvoorbeeld bij Burgtst uitbreiding van bestaande
tuinbouw onder glas niet mogelijk. Het plan zegt daarvan
dat dergelijke bedrijfsuitoefening in het plan buitenge
bieden behoort en niet bij dat park.