-11-
De Heer Roeien meent dat bij een aanleg van een nieuw
viaduct volgens het structuurplan het verkeer vanaf
Rotterdam gebruik zal moeten maken van de Beeksestraat
om in de wijk Haagsche Beemden te komen en dat vindt
hij een erg kwalijke zaak omdat de Beeksestraat dit niet
verdraagt.
Hij zou er inderdaad op willen wijzen dat weinig aandacht
is besteed aan de relatie verkeer, wonen en werken. Er
moet een betere oplossing gevonden worden.
De voorzitter zegt voorts, dat de verkeersrelaties op het
ogenblik nog niet in studie zijn bij onder andere Rijks
waterstaat. Hij vraagt de Raad aan het College vrijheid
te verlenen om in dat opzicht enige indicaties door te
geven aan het Gemeentebestuur van Breda, met name het
voorkomen van verkeerslussen op grondgebied van Prinsen
beek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt be
sloten de besproken punten aan Breda
mede te delen.
15Nagekomen stukken en mededelingen.
Er zijn geen nagekomen stukken of mededelingen.
16Officieel afscheid van de Raadsleden A.Koenraads en
ETonnevck
Hoewel de Heer Koenraads sedert 1 juli geen zitting meer
heeft als Raadslid, heeft de voorzitter hem gevraagd van
avond hier aanwezig te zijn om officieel afscheid te kun
nen nemen. Namens de Raad dankt hij hem voor zijn inbreng
als Raadslid en voor zijn grote inbreng in onder andere
de commissie voor Ruimtelijke Ordening bij de behandeling
van het plan voor het buitengebied. In het dorp heeft de
naam van betrokkene een goede klank, ook voor zijn werk in
het verenigingsleven. Het is bekend dat de reden van dit
afscheid enigszins pijnlijk is, doch de Heer Koenraads
heeft dit aanvaard, zelfs met een lach, wat hem weer
siert. Ook Mevrouw Koenraads wordt betrokken in de dank,
die de voorzitter uitspreekt.
Daarna richt de voorzitter het woord tot de Heer Tonnevck,
die sedert de laatste verkiezing is opgetreden als Raads
lid en toen gelijktijdig als fractieleider is opgetreden.
Hij heeft dit op waardige wijze gedaan en de voorzitter
wijst op de voortreffelijke presentatie van de Heer
Tonneyck zowel in als buiten de Raad. Bij de discussies
in de Raad bleek zich steeds de accountant te ontpoppen
en het is misschien zijn lot dat bepaalde gedachten, opge
komen vanuit zijn beroep, niet altijd door de Raad zijn
gevolgd.