Hij zou subsidiëring van opleidingen elders willen stoppen.
Wethouder Van der Westen zegt de door de heer Jansen aange
reikte punten juist te vinden en deelt mede, dat binnen het
College in dezelfde richting is gedacht. Niettemin acht hij
het zinvol eerst na te gaan of de bedoelde opleidingen in
de verschillende Gemeenten wel dezelfde inhoud hebben.
Voorts zou er de zekerheid moeten zijn dat plaatsing voor
iedereen te Breda mogelijk is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders be
sloten
Voorstel tot het verlenen van een recht van opstal aan de
tennisvereniging Prinsenbeek ten behoeve van het aanleggen
van twee tennisbanen en een luchthal.
De. voorzitter vraagt dit voorstel als nagekomen stuk te willen
behandelen, een en ander vanwege de spoed, welke de tennis
vereniging wil betrachten. Hij wijst op de termijn van 5 jaren,
en zegt van mening te zijn dat de Raad zich wel moet dekken
tegen de mogelijkheid dat men na een jaar inziet dat het een
moeilijke zaak wordt. Ten aanzien van punt 9 van het besluit,
hetgeen handelt over de vergoeding van de waarde bij einde van
het opstalrecht, hebben Burgemeester en Wethouders opzettelijk
de invulling van de wijze van berekening van deze vergoeding
open gelaten om na te gaan hoe de Raad hierover denkt. De Raad
zou kunnen bepalen, dat de grond na einde van het recht aan de
Gemeente wordt teruggegeven, nadat de banen met alle opstallen
zijn geamoveerd, doch de Raad zou ook kunnen stellen dat het
aangelegde wordt overgenomen. In dat geval moet een regeling
worden getroffen omtrent de vraag welke kosten aan de aanleg
ten grondslag liggen. Als blijkt dat voor de aanleg enorme
kosten zijn gemaakt, die niet of nauwelijks financierd zijn,
dan zou de Gemeente daarmee na een of twee jaar opgezadeld
worden, hetgeen een beslissing van groot belang is.
De heer Jansen staat welwillend tegenover het voorstel om te
komen tot uitbreiding van de mogelijkheid om te tennissen.
Hij staat afwijzend tegenover het voorstel, zoals dat door
het College is aangeboden aan de Raad, omdat hij dit een
greep in de lucht vindt; de Raad weet nauwelijks waaraan hij
toe is of wat besloten wordt.
Voor hem is het kardinale punt van het voorstel; punt 9 van het
ontwerp-besluit
Dit betekent voor hem dat op een getrapte wijze door de Gemeente
een investering wordt gedaan, waarvan nu niet bekend is of en
op welk moment de consequenties daarvan op de Raad afkomen.
Ten aanzien van punt 9 kan hij geen antwoord geven op de vraag
in welke richting de Raad over de waardevergoeding denkt omdat
hij niéts weet. Hij weet alleen dat er iets komt en dat het
enorm duur is. De Raad heeft geen enkele indruk hoe de vereni
ging deze investering financieel meent te kunnen verantwoorden.
Hij betwijfelt of de kunststof-toplaag in de zomer een functie
zal hebben.
- Verder -
