-12-
Hij wil weten of enig risico gelopen wordt voordat het opstal
recht wordt verleend. Het gaat hem niet om de zaak zelf, die
door de vereniging moet worden bezien, maar het financiële
risico dat door de Gemeente wordt genomen vraagt om meer ge
gevens om te weten of de gevolgen van artikel 9 voor de Raad
acceptabel zijn. Het gaat hem niet om het verwerpen van het
voorstel
De heer Roeien merkt op, dat wethouder Van der Westen in zijnbetoog
heeft aangegeven, dat de Raad bij de behandeling van de be
groting 1976 een besluit ten aanzien van de tennisbanen heeft
genomen. Hij memoreert dat herhaalde malen door zijn fractie
de opmerking is gemaakt dat het zinvol zou zijn om de Raads
commissie sport en recreatie eens bij elkaar te roepen.
Daarna heeft de wethouder gezegd dat na het besluit van het
College bij het bestuur van de tennisvereniging een andere
visie is ontstaan. Zinvol zou het zijn geweest indien het
nieuwe voorstel in die commissie aan de orde zou zijn gesteld,
zodat het voor zijn fractie niet als een donderslag bij heldere
hemel was gekomen. Ook was het dan mogelijk geweest de zaak
diepgaander te bespreken. Voor hem blijft openstaan punt 9,
waaromtrent meer duidelijkheid geschapen moet worden, omdat dit
artikel aanleiding kan zijn voor financiële consequenties op
een nu nog onbekende termijn.
Hij vindt het juist dat de Raad nu vraagt om meer duidelijkheid
van die consequenties en weging daarvan. Hij heeft er geen
moeite mee en hij zegt dit uitsluitend om snelheid te betrach
ten, dat nadat de Raadscommissie hierover uitvoerig heeft kun
nen discussiëren, zeker met betrekking tot punt 9, het voorstel
voor hem als afgedaan mag worden beschouwd. Dan heeft het
College de mogelijkheid tussen deze vergadering en eind oktober
de zaak rond te hebben en dat kan alleen de verdere afwikkeling
bespoedigen
Met het nu zonder slag of stoot akkoord gaan met het voorstel
heeft hij grote moeite.
Wethouder Van der Westen merkt ten aanzien van het bijeen
roepen van de commissie voor sport op, dat er dan wel een
reëel plan moet zijn en tot voor zeer kort was het nog wikken
en wegen in welke richting men zou gaan, niet alleen van het
Gemeentebestuur maar ook van de tennisvereniging.
De offertes waaruit moest blijken dat een en ander een haal
bare kaart zou zijn, zijn eerst van recente datum. Tijdens de
onderhandelingen is het niet mogelijk om zoiets in de commissie
te bespreken.
De heer Roeien merkt daarna op, dat hij zich gelukkig prijst
te kunnen werken in de commissie ruimtelijke ordening en open
bare werken waar men met een aantal zaken bezig is, die eer
lang in de Raad zullen komen.
Hij denkt onder andere aan het woonwagenwerk, waaraan de commis
sie uitvoerig bezig is.
Het vergemakkelijkt wel de handelwijze, die straks in de Raad
geboden is.
De hoofdzaak wordt bij de begrotingsbehandeling vaak reeds aan
de orde gesteld; hij vindt het logisch dat bij een gewijzigde
denkwijze de commissie voor sport op de hoogte zou zijn.
- De -