Na hoofdelijke stemming blijkt dat het
voorstel van Burgemeester en Wethouders,
om niet in te gaan op het verzoek van de
Stichting Bejaardenhuisvesting tot voor
dracht van twee personen, met acht stem
men vóór en vier stemmen tegen (namelijk
die van de heren De Hoon, Roeien, De
Greeuw en Van der Bom) is aangenomen
Dit betekent, aldus de voorzitter, dat aan het bestuur van de
Stichting zal worden medegedeeld, dat de raad niet op het ver
zoek is ingegaan en dat op het bestuur een beroep wordt gedaan
om definitief de mogelijkheid open te houden van kandidaten,
aangewezen door de raad, en niet in die zin, dat het Stichtings
bestuur bepaalt wie zal worden benoemd.
Voorstel tot onqeqrondverklarinq van een bezwaarschrift van de
heer M. Wouters, Peperbos 12 te Prinsenbeek, in verband met het
weigeren van een bouwvergunning voor een berging.
De voorzitter verwijst naar het rapport van de commissie ruimte
lijke ordening.
De comrhissie stelt zich achter de weigering van het College omdat
de desbetreffende persoon andere mogelijkheden heeft, die vol
komen correleren met de geldende voorschriften van het bestemmings
plan.
De heer Dirven wil gaarne meer duidelijkheid over die andere moge
lijkheden.
De voorzitter antwoordt, dat aan de zijgevel mag worden aange
bouwd en dat daarnaast in de tuin een losse bijbouw mag worden
opgericht. Betrokkene wil volgens het overgelegde bouwplan het
bestaande bijgebouw van de woning, dat op een afstand van 1,20
meter van de woning staat, verbreden waardoor de bestaande af
wijking van het bestemmingsplan wordt vergroot. Betrokkene kan
naast zijn woning een berging c.q. garage bouwen.
De heer Dirven wijst op zich voordoende moeilijkheden indien aan
de zijgevel zou worden gebouwd. Het is struisvogelpolitiek om een
oplossing voor te stellen die niet te realiseren is. De man in
kwestie zou veel meer gediend zijn met een aanbouw aan de achter
gevel en hij begrijpt niet dat het College zo stringent aan een
bestemmingsplan vast houdt. Hij wenst over dit voorstel een stem
ming van de raad.
De heer Roeien stelt voor, overeenkomstig het gestelde in het
commissie-verslag, betrokkene te wijzen op de alternatieven die
er zijn; dan kan er een discussie op gang komen tussen de dienst
Bouw- en Woningtoezicht en betrokkene om een alternatief te
realiseren. Indien dit alternatief geen mogelijkheden zou bieden,
zoals door de heer Dirven wordt gesteld, dan zou hij willen voor
stellen deze zaak in het College nog eens opnieuw te bezien.
Wethouder Hennekam vindt dat het College en de raad de zaken goed
op een rijtje moeten zetten en zindelijk moeten blijven redeneren.
Er is een bouwaanvragedie door het College aan het door de raad
vastgestelde en door Gedeputeerde Staten goedgekeurde bestemmings
plan is getoetst. De regel is dat van een geweigerde bouwvergunning
hierop bij de raad beroep kan worden ingesteld.
Het College verkeert niet meer in het stadium dat hij of Bouw- en
Woningtoezicht deze zaak opnieuw moeten bezien.
- De -