De voorzitter deelt mede, dat van de zijde van het College de wil aanwezig is om met het College van Burgemeester en Wet houders van Breda te overleggen, doch dat dit door gebrek aan tijd nog niet is kunnen geschieden. Er blijft een korte tijd over omdat op 9 december deze zaak door de raad van Breda wordt besproken. Dan zullen waarschijnlijk min of meer onherroepelijke principe beslissingen worden genomen. Daarom heeft het College de achter gronden van het Bredase denkpatroon tijdig aan de raad voorge legd om daarover een standpunt in te nemen. Niettemin blijft hij graag open voor een gesprek met het College van Breda. Hij is het met de heer Roeien eens dat de door hem aangehaalde punten uitdrukkelijk door de heer Van Dun, wethouder van Breda, tijdens een bijeenkomst van de commissie ruimtelijke ordening zijn toegezegd. De voorzitter zit ook met de moeilijkheid dat niet gehonoreerd wordt hetgeen toen is toegezegd. Dat geldt met name het gebiedje Gageldonk, dat een afgesloten deel zal blij ven. De bewoners moeten, indien zij naar de Haagsche Beemden willen, hetzij in de richting Breda rijden om daar in het plan te steken of zij moeten dit doen via de kom van Prinsenbeek en Kesteren. Het College was ook gelukkig met de toezegging van Wethouder van Dun om het 2e viaduct in meer noordelijke richting te verschuiven met de mogelijkheid om de toenadering van de bevolking van Prinsenbeek langs twee vervoerslijnen te krijgen, namelijk via de Beeksestraat en via de Molenstraat-Heikantse- straat. Daardoor zou het verkeersaanbod op het kruispunt Vels- goed-Beeksestraat tot de helft worden gereduceerd. Uit de stukken kan nu gelezen worden, dat het gemeentebestuur van Breda dit viaduct, nu het Rijk niet bereid is tot subsidiëring van dit object, ook maar niet op het plan plaatst. De voorzitter heeft er begrip voor dat het na plaatsing op het plan niet direct wordt gerealiseerd. Indien het niet op het plan wordt geplaatst omdat het niet gesubsidieerd wordt, vindt hij dat niet helemaal op recht Ten aanzien van de mogelijke bedrijfsbelemmeringen van agrariërs merkt de voorzitter op, dat dit primair een belang is dat door de commissie uit dat gebied wordt en kan worden behartigd, hoe wel van de zijde van de gemeenteraad is toegezegd de belangen van de bevolking te zullen blijven volgen. De betrokkenen zullen zelf tijdig hun belangen moeten aankaarten bij de raad van Breda. De heer Roeien merkt op, dat dit niet alleen belangen zijn die in dit plan een rol spelen, doch ook in recreatiegebieden en in dit verband wijst hij op de verschijning van drie groene nota's van de regering. Hij meent dat het goed is dat de gemeenteraad van Breda bij de behandeling van het stuk daarmede nog eens ge confronteerd wordt. Het gaat er hem om de punten duidelijk bij de behandeling in de raad van Breda onder de aandacht te brengen. De voorzitter meent dat een request van de betrokken bewoners meer inbreng heeft dan een door de gemeenteraad uitgesproken oor deel, dat Breda naast zich kan neerleggen. Ten aanzien van de door de heer Dirven naar voren gebrachte bezwaren merkt hij op, dat het gemeentebestuur van Breda, vooruitlopende op gedetail leerde bestemmingsplannen, volgens bepaalde procedures voorbe reidingen zal gaan treffen voor bebouwing. - Hij -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 191