Tenslotte merkt hij nog op dat hij het eens is met de heer Roeien omtrent zijn mening over de boeren in het gebied. De heer Dirven vraagt zich af of zij plantsoenwachters, vrije boeren of bekijk-objecten worden in de toekomst. Hij vindt dit een probleem waar ook de raad bij betrokken is. De voorzitter wil, alvorens de motie aan de orde te stellen, een afwijkend geluid laten horen ten aanzien van het gestelde door de heer Miltenburg. Hij wijst zijn voorstel om met het bestuur van Breda te overleggen, niet af. Met de heer Dirven vindt hij niet dat de raad een keffend hondje is, om de een voudige reden dat er rechtsgeldige situaties zijn die buiten de raad om anders worden toegepast. Hij vindt dat een belofte wordt gebroken, indien om subsidie redenen het viaduct niet op het plan wordt geplaatst. Daarover is ook geen nader overleg met de commissie ruimtelijke ordening geweest. Hij vindt dat de motie Roeien een duidelijk stuk is dat inspeelt op de eerdere uitspraken en toezeggingen van Breda. Met hetgeen de heer Miltenburg heeft gesteld om nog maar eens te gaan praten, heeft de voorzitter nogal moeite, omdat daarvoor de tijd ontbreekt en dan weet de raad van Breda nog niet dat de gemeenteraad van Prinsenbeek anders denkt dan het College. Hij neemt wel aan dat er zelfs in de raad van Breda andere ge luiden zullen klinken dan de voorstellen van het College. Indien die andere geluiden wat gesteund worden, ook van de zijde van de gemeente Prinsenbeek, is er een veel grotere kans dat de raad van Breda serieus neemt hoe de gemeenteraad over de plannen denkt. De heer Van der Westen vraagt waarom er een motie nodig is. Hij veronderstelt dat van het gehouden gesprek een verslag gemaakt is en het is eenvoudig daarop in te haken met een brief en aan de toezeggingen te herinneren. Daaraan kan een verzoek om een nader gesprek worden gekoppeld. Hij vindt het slingeren met moties niet zinnig. Hij is het eens met de heer Miltenburg dat overdracht van de Haagsche Beemden consequenties heeft. Het aanvankelijke uitgangspunt is reeds lang achterhaald en er is momenteel weinig van overgebleven. Niettemin moeten de beloften vastgelegd zijn en dan kan men er aan worden herinnerd. Hij vindt dit verstandiger dan het zwaaien met moties. De heer Roeien zegt dat zijn fractie niet voornemens is steeds met moties te slingeren. Het betreft hier een situatie waar de raad jaren mee bezig is. Hij denkt daarbij aan het herindelingsplan, de daarop gevolgde ontwikkeling en de gebiedsafstand Zijn fractie heeft begrip voor de moeilijkheden bij de uitvoering van het plan, hetgeen in de motie is uitgedrukt. De motie nodigt het College uit ten aanzien van de drie punten overleg te plegen met het bestuur van Breda om in goed overleg te trachten deze te realiseren. Hij stelt nog dat de motie niet als een politiek spel moet worden gezien en hij herinnert er aan eerder gezegd te hebben, dat de raad zich er unaniem in moet vinden, anders heeft hij de bereidheid de motie terug te nemen. Indien er verdeeld over gestemd zou worden, worden de belangen van de inwoners niet goed gediend en in dat geval zal zijn fractie de motie intrekken. - De -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 193