-4- 6Gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap Breda. De voorzitter zegt dat aan de raad wordt voorgelegd de vraag of tot overname van de gemeenschappelijke regeling, zoals deze is aangeboden, moet worden overgegaan. Indien de raad deze regeling aanvaardt, zal het College in de vergadering van januari of februari 1977 een voorstel over de lokatie van de woonwagens aan de raad doen toekomen. De heer Jansen gaat er van uit, dat de raad er niet aan ontkomt om de nieuwe landelijke zienswijze, namelijk spreiding van de woonwagens over alle gemeenten, te volgen. Vroeger werden de gemeenten tot regionale kampen gedwongen. Of de raad het er mee eens is, is een vraagpunt op zich. Het heeft zowel voor- als nadelen, vooral in het begeleidingsvlak Hij legt zich echter neer bij het gegeven. De voorliggende regeling van het Woonwagenschap vindt hij van groot belang om één reden, namelijk om in de toekomst binnen een bepaalde regio vast te leggen hoeveel woonwagens per gemeente normaliter dienen te worden toegelaten. Voor onze gemeente is het aantal op 6 gesteld. Binnen de uit gangspunten is dit een aanvaardbaar getal te noemen. Hij zou alleen al een schap willen hebben om in de ontwikkelingsfase van de toekomst een basis te hebben en een gesprekscentrum waarbinnen de cijfers gewijzigd en aangepast kunnen worden aan de behoeften dan wel aan de inwoner-aantallen binnen de regio. De overige bepalingen van het voorstel van het schap kunnen best bevatten hetgeen verder nodig is, doch hij kan dit er niet uit lezen. Het enigste concrete punt dat men voor ogen heeft is de verdeling van het aantal wagens per gemeente in de situatie zoals men die ad hoe heeft aangetroffen. Overigens gaat men uit van een aantal kreten, zoals onder andere bevordering van maatschappe lijk welzijn, maar dit zegt hem overigens niet wat het schap wil. In de begeleidende nota heeft hij een zinsnede aangetroffen waar in vermeld is dat nadat de gemeenten binnen de aangegeven aan tallen hun woonwagenkamp tot stand gebracht hebben, mogelijk het moment aangebroken is om het schap op te heffen. Voor hem is dit een aanduiding dat het essentiële van het schap een afspraak is omtrent de aantallen wagens binnen de gemeenten. Alle andere artikelen zeggen hem erg weinig. Het is hem niet duidelijk wat het schap buiten de verdeling van de wagens in de toekomst gaat doen. Hij stelt voor het voorstel terug te nemen. Hij vindt het verstandig dat het College zich nader bezint op de functie van het schap buiten de toewijzing van de aantallen wagens. Hij wil graag weten wat met de artikelen bedoeld wordt. Het College kan intussen haar gedachten laten gaan over de plaats van de wagens. Hij vraagt in de volgende vergadering meer infor matie te geven ten aanzien van de regeling en de doelstelling, vooral ten aanzien van hetgeen het schap zich voorstelt na de totstandkoming van de diverse centra. De heer Roeien zegt, dat de commissie ruimtelijke ordening zich reeds enige malen met deze zaak heeft bezig gehouden. Het is de raad bekend, dat binnen het kader van het overleg van de Gedeputeerde met het College en de wetenschap dat een provinciale nota in behandeling zou komen, een wat afwachtende houding is aangenomen Enige gemeenten hebben reeds in principe ingestemd met de rege ling - Politiek -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 208