-7-
Hij is het wel eens met de decentralisatie. Hij is zelf gaan
kijken in Oosterhout en Breda. In Oosterhout is het behoorlijk
opgevangen, hoewel er een verschil van mening is tussen de
raad en de mensen, doch dit schijnt weg te ebben.
Het kamp in Breda vindt hij een hutspot en naar zijn gevoel
te ongeorganiseerd. Hij vindt dat de mensen ook recht hebben
op leefwaardige omstandigheden.
Het door het Rijk voorgenomen beleid, dat eveneens door de
provincie is aanvaard, heeft tot gevolg dat elke gemeente een
evenredig aandeel van de wagens zal opnemen.
Hij gelooft dat de raad zich bij deze algemene beleidslijn zal
moeten neerleggen.
Het opleggen van de lokatie door de Minister wil hij vermijden
omdat de raad dan geen inspraak meer heeft in de plaatsbepaling.
Hij wil ingaan op het voorstel van de heer Jansen en een brief
aan het schap laten uitgaan met het verzoek om nadere informatie
op de door de raad gestelde vragen. Tijdens de volgende ver
gadering zal het College dan gelegenheid bieden om met het ant
woord op de gevraagde informatie al dan niet tot aanvaarding
van de regeling over te gaan.
De heer Jansen zegt het eens te zijn met het antwoord van de
voorzitter, doch hij wil er nog aan toevoegen dat hij het bestaan
van het schap toejuicht, vooral omdat het in de toekomst de ver
plichting moet krijgen om de aanwijzing van de aantallen over
de gemeenten te doen.
Dat vindt hij een van de belangrijkste punten. Hij deelt niet
de moeilijkheden ten opzichte van de hoeveelheden die de gemeente
Breda op dit moment zijn toegewezen. Hij baseert dit op lezing
van de stukken bij de begroting 1977 van de gemeente Breda,
waarin reeds gesproken wordt van een tweede centrum in die ge
meente
De regeling denkt in feite uitsluitend aan materiële-financiële
zaken. Daarom wordt in de begeleidingsnota gesteld dat, nadat
elke gemeente een kamp heeft, de regeling opgeheven kan worden.
Iedere gemeente zit dan met de kosten, gebaseerd op de grootte
van de gemeente. In de woonwagenkwestie interesseert hem echter
juist het immateriële het meeste, namelijk de sociale begelei
ding. Indien elke gemeente in dat opzicht een ander beleid zou
voeren, vreest hij een chaos op dit terrein. Het schap zou juist
voor dat punt het meest van belang zijn. Gezien de toelichting
vreest hij echter dat het schap dit zich nauwelijks voor ogen
heeft gesteld. Hij vindt dit veel belangrijker dan de'financiële
begeleiding. Hij kan zich voorstellen dat het schap, na aanwijzing
van de grond en verdeling van de kosten, de materie sociaal gaat
begeleiden. De sociale begeleiding zou hij vanaf het begin collec
tief willen regelen.
De voorzitter heeft de kampen bezocht en daarbij interessante er
varingen opgedaan. Hij heeft met nogal wat mensen gesproken.
Die gesprekken hebben hem heel wat milder gemaakt in zijn oor
spronkelijke opstelling. De woonwagenbewoners zelf zeggen dat
zij niet bij elkaar willen zitten in een samenleving of dorp.
Zij zouden geïntegreerd willen worden. Met de zienswijze van
de voorzitter dat de kinderen van de woonwagenbewoners reeds op
de scholen een situatie ontmoeten waarvan het gevolg is dat zij
zich zullen afzetten tegen de maatschappij, waren de bewoners
van de kampen, met name die van Oosterhout, het niet eens.
- In -