De heer Dirven zegt aanvankelijk bij het lezen van het voorstel tegen verkoop te zijn. In de commissie is het idee naar voren gekomen om niet-doelmatige gronden te verkopen, mits bij de verkoop voorwaarden worden gesteld om wegverbreding of ver legging zonder extra kosten mogelijk te maken. Aan beide alter natieven is die voorwaarde verbonden en daarom heeft hij geen bezwaar tegen verkoop. Wethouder Hennekam meent voorop te moeten stellen, dat het een correctie is. Als zodanig is ook een gedeelte van het voorstel naar voren ge komen. In 1957 is, naar hij meent, 126 m2 aan de gemeente over gedragen. Later is ter plaatse gebouwd en er de Molenberg ge komen. In de berg zat toen een stuk consortboekingToen is ook reeds de wens naar voren gekomen om dit te corrigeren. Hij ziet geen enkel argument om die correctie niet toe te passen Het terugverkopen is slechts voor een gedeelte het geval, omdat de grens zal gaan lopen aan het begin van de berg. Verkoop be treft slechts een klein gedeelte in de berg. Het gemeentelijk belang, waarover de heer Roeien heeft gesproken, kan volgens hem ook zijn het tegemoetkomen aan de wens van de desbetreffende inwoner. Hij heeft geen bezwaar tegen het voorstel van de commis sie om de keuze aan de verzoeker over te laten. Wethouder van der Westen meent dat het voorstel van de commissie een goede vondst is. Het stellen van een voorwaarde tot terug verkoop is geen ongelijke rechtsbedeling. De prijs van de grond waarop deze clausule rust is volgens hem hoog genoeg. Ten aanzien van deze prijs merkt hij in verband met agendapunt 18 op, dat de naastliggende grond voor dezelfde prijs is verkocht. Ook is het onderhavige stuk grond niet opgedrongen, doch geschiedt verkoop op eigen verzoek. De voorzitter stelt voor over te gaan tot stemming over het commissie-voorstel Uit de hoofdelijke stemming blijkt, dat tien leden vóór het voorstel van de commissie stemmen en twee leden tegen, namelijk de heren Roeien en Nagelkerke, zodat het voorstel van de commissie is aan genomen. Voorstel tot het voteren van een krediet voor het renoveren van de begraafplaats Prinsenbeek. De heer Dirven wil namens zijn fractie dank zeggen voor het ge nomen initiatief. Hij vraagt er op toe te zien, dat de grafstenen van de pastoors Maes, Loos en Resemans en ook van de in de kelder begraven pastoors, een mooie plaats op de begraafplaats krijgen. Wethouder Hennekam zegt, dat de verantwoordelijkheid voor het door de heer Dirven bedoelde, rust bij het kerkbestuur. Ten aanzien van het herbegraven is reeds in het begin gesteld, dat de gemeente dit niet wenst te doen. Bij het kerkbestuur heeft hij er enige malen op aangedrongen om over zaken van archiva- rische waarde tijdig contact met de archivaris op te nemen. Dit contact is er geweest en ook het herbegraven is geschied. - De - -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 216