-13-
De plaats van de grafstenen is hem niet bekend, maar hij neemt
aan dat het kerkbestuur er een goede plaats voor weet te
vinden
Zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten overeenkomstig het voor
stel (voteren krediet renovatie
begraafplaats) besloten.
Voordracht bestuurslid Stichting Bejaardenhuisvesting
De voorzitter zegt dat het College in een brief aan het bestuur
van de Stichting het standpunt van de raad nader heeft om
schreven. Daarop is een antwoord ontvangen dat afwijkt van de
wens van de raad. Hij laat een beslissing aan de raad over.
De heer Jansen zegt enige moeite te hebben met de reactie van
de Stichting.
Indien deze Stichting de raad tracht te pressen een oud raadslid
te benoemen overeenkomstig het recht van de raad uit hoofde van
de statuten van de Stichting, heeft hij daarmee grote moeilijk
heden; de regeling is uiteindelijk in de statuten opgenomen om
een goed contact tussen stichting en de raad mogelijk te maken
en wel in die gevallen waarin dat noodzakelijk is, daarbij ook
denkend aan financiële moeilijkheden. Indien hij het verleden
nog eens de loupe laat passeren dan spreekt hij nu vooral uit
de moeilijkheid tot herbenoeming als van de vorige afgevaardigde
van de raad, omdat zij toch niet geheel juist gefungeerd heeft
binnen de Stichting uit hoofde van haar benoeming. Drie maanden
nadat Prinsenbeek op alle mogelijke manieren in de pers is ge
noemd heeft de raad een geheime zitting gehad waarin eerst over
de perikelen van de Stichting kon worden gediscussieerd. Hij
denkt dat een op die basis in de Stichting benoemd persoon de
morele verplichting had tijdig in de raad een moment van aan
dacht te vragen om de te verwachten moeilijkheden ter discussie
te stellen. In elk geval had zij de gemeente op de hoogte moeten
stellen dat de naam van de gemeente wellicht op minder aangename
wijze in de pers zou kunnen komen, terecht of ten onrechte.
De heer Roeien merkt bij wijze van interruptie op dat tijdens de
vorige vergadering duidelijk is gebleken dat men het met de pro
cedure niet eens was, doch dat de namen van de voordracht niet
ter discussie hebben gestaan. De gemeenteraad kan een voordracht
van twee personen indienen. In de vorige vergadering is los van
de personen gediscussieerd en daarom heeft hij enige moeite met
de opstelling van de heer Jansen.
De heer Jansen vervolgt zijn betoog en wenst met zijn fractie
gebruik te maken van de toegekende bevoegdheden en rechten in
de statuten van de stichting. Hij kan zich voorstellen dat de
Stichting op het standpunt staat iemand te benoemen waarvan de
raad weet dat hij binnen de Stichting functioneert.
Er zou bij benoeming van de gedachte persoon een te grote afstand
ontstaan tussen Stichtingsbestuur en de gemeente en daarin kan
hij niet meegaan. Die afstand is inmiddels zo groot, zij is
zelfs geen raadslid meer, dat een dergelijke benoeming in het
kader van de statuten geen juiste zou zijn. Hij vindt het onjuist
dat de raad afstand doet van de statutaire bepaling, die er in
gebracht is om de gemeente te waarborgen voor onverwachte calami
teiten, zonder dat de raad een expliciete positie wenst in te
nemen om de wet voor te schrijven, doch hij vindt het wel nood
zakelijk omdat het bejaardentehuis een uithangbord is van de