-15-
De voorzitter stelt voor om schriftelijk te stemmen. In algemene
zin mag van de verslaggeving worden verwacht dat de benoemde
kandidaat een overzicht geeft van de financiële resultaten en
dat hij bij moeilijkheden of dergelijks de raad tijdig infor
meert, derhalve inzicht in het algemeen beleid.
De heer Roeien vindt het zinvol om eenmaal per jaar, bijvoor
beeld ten tijde van de begrotingsbehandeling, de verslaggeving
aan de orde te stellen. Daarnaast dient informatie gegeven te
worden zoveel vaker als noodzakelijk mocht blijken.
De voorzitter vraagt aan de leden Houtepen en Van Seventer de
schriftelijk uitgebrachte stemmen te tellen. Vervolgens stelt
hij de schriftelijke stemming aan de orde.
De heer Van Seventer deelt mede, dat 12 geldige briefjes zijn
ingevuld. 11 Briefjes vermelden de namen van Van der Bom en
Aarts en 1 briefje de naam Aarts
Besloten is aan het bestuur van de
Stichting een voordracht van twee
personen, te weten de heren Van
der Bom en Aarts, in te zenden.
De heer Jansen dankt namens zijn fractie de heer Van der Bom
voor zijn reactie op het gedane voorstel.
De voorzitter deelt mede de nagekomen stukken, te weten de punten
23a, 23b en 23c, te willen behandelen vóór de algemene be
schouwingen over de begroting 1977.
23aVoorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920 inzake de uitbreiding van de basisschool
Kapelstraat 44.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
dit voorstel aanvaard.
23cVoorstel tot het vaststellen van een koopavond op 30 december
1976.
De voorzitter deelt mede, dat op zijn verzoek door het bestuur
van de Middenstandsvereniging het verzoek om de koopavond op
donderdag 30 december te stellen, is ingediend. Hij stelt voor
te bepalen de winkels op de twee vrijdagen voor de feestdagen
niet voor het winkelend publiek open te stellen. Het verzoek
is in eerste instantie uitgegaan van de heer Van de Mosselaar,
doch door andere middenstanders mede ondersteund. De bevoegd
heid om de vrijdag als koopavond te handhaven hebben de winke
liers, doch hiervan zal men geen gebruik maken.
De raad zou de vrijdag als koopavond kunnen intrekken.
De heer Nagelkerke vraagt of het niet mogelijk is om de midden
standers in het algemeen voortaan de keuze te laten tussen
donderdag en vrijdag als koopavond. Hij meent dat er midden
standers zijn die de koopavond liever op donderdag hebben dan
op vrijdag.
De voorzitter heeft hiervoor wel begrip, doch hij wil zich be
palen tot het eigenlijke agendapunt. Hij zegt toe verschuiving
van de koopavond in het algemeen te zullen bezien, doch hij
wenst dan wel geruggesteund te worden door een belangrijk deel
van de middenstand. Een enquête biedt mogelijkheden om dit te
onderzoeken.
- De -