-24-
IIIRepliek op het antwoord van Burgemeester en Wethouders.
De Heer Jansen repliceert:
- de bejaardenwoningen denken Burgemeester en Wethouders
waarschijnlijk niet in de Staart te zullen bouwen,pre
fereren derhalve centralisatie; spreker is hierdoor
niet overtuigd doch vraagt bij de presentatie van De
Staart de mogelijkheden elders - Burgemeester en Wet
houders zijn immers ook van oordeel dat de bouw van
bejaardenwoningen een hoge noodzaak is - te willen aan
geven opdat de alternatieven kunnen worden besproken;
in geen geval mag deze bouw op langere baan komen;
- Hij is blij met de mededeling inzake de Casema vindt
het jammer dat na drie maanden het gesprek met het Kerk
bestuur over de begraafplaats nog steeds niet heeft plaats
gevonden vindt de mededeling omtrent de woonwagenkwestie
erg mager, doch waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door
gebrek aan wetenschap vanuit Den Bosch.
- het uitstel om te bouwen op openliggende percelen grond
kan hij niet volgen* hij vraagt voor de volgende vergade
ring inzage van de voorliggende aanvragen, het standpunt
van Burgemeester en Wethouders ten opzichte van die aan
vragen en discussie hierover in de Raad; bovendien ver
zoekt hij daarnaast om een overzicht van de onderdelen
op dit punt waarover van gedachten zou kunnen worden ge
wisseld; daardoor kunnen de gedachten nader worden be
paald;
- naast het standpunt van Wethouder van der Westen over
klaslokalen en lager onderwijs zet hij het feit dat
volgens de opgezette curve het maximale inzake deze
onderwijsvoorzieningen, menselijkerwijze gesproken,
is bereikt;
- de vraag omtrent een centraal communicatie-ambtenaar ter
secretarie is onvoldoene beantwoord; tweemaal is er met
een funktionaris gesproken zonder dat het plan duidelijk
is geworden; spreker bedoelt het via public relations
uitdragen van een mededeling dat bij voorkomende gevallen
men zich in alle gevallen tot mijnheer X kan wenden die
ofwel zelf de oplossing kan geven ofwel de noodzakelijke
communicatie zo snel mogelijk tot stand brengt; hij dringt
aan op de aanwijzing van een communicatie-ambtenaar die
als buffer fungeert tussen n' importe welke vraag en dat
onderdeel in het gemeentelijk bestek waar die vraag wordt
beantwoord
- hij zegt vrede te hebben met het uitstel van eventuele
kostenverlichting op de ruilverkavelingsbaatbelasting
tot de behandeling van de overschotten van het dienstjaar
1975; hij vraagt overigens de toezegging dat het teveel
geblevene inzake deze belasting onmiddellijk wordt gerec
tificeerd;