-11-
Met betrekking tot de zogenaamde onzorgvuldige brief
deelt de voorzitter mede dat eenzelfde brief uitgaat
naar elke boer, aie informeert naar de mogelijkheid
tot bouw van een bedrijfsruimte; net punt is juist
wat voor type bedrijfsruimte daarna wordt aangediend;
met betrekking tot de adviezen van de agrarische advies
commissie merkt hij op dat deze commissie is voortge
komen uit de agrarische wereld zelf en advies geeft
over de aankleding en de gebruiksmogelijkheden voor
de agrariër; ten overvloede zijn funktionarissen van
het Landbouwschap van de provinciale waterstaat en
van de P.P.D. aan deze commissie toegevoegd; het eind
oordeel van deze commissie over deze zaak is ondubbel
zinnig afwijzend; overigens is in deze gehele materie
belangrijk dat wij tot nog toe geen gebruiksbepalingen
hebben voor dit gebied»
De Heer Miltenburg spreekt zijn bezorgdheid uit over
de toekomst van Prinsenbeek als randgemeente; met name
is de Groenstraat in zijn ontwikkeling verloederd;
als men zo doorgaat escaleert de hele zaak; voorop
dient de vraag te staan wat we met onze gemeente doen
als leefgemeente
Na enige discussie over het bouwbe
leid in het agrarisch gebied stelt de
voorzitter stemming aan de orde over
het voorstel van Burgemeester en Wet
houders ongegrondverklaring bezwaar
schrift Baaij
Blijkens deze hoofdelijke stemming
zijn vijf Raadsleden(Wethouders van
der Westen en Hennekam Heren de Greeuw
Tonneyck en Miltenburgvóór het voorstel
van Burgemeester en Wethouders en acht
Raadsleden tegen Heren Jansen, Hermus,
Koenraads, Roeien, van der Bom, Nagelkerke
van Seventer en Houtepen) zodat het voor
stel van Burgemeester en Wethouders is ver
worpen
Deze uitslag is voor de voorzitter aanleiding mede te
delen dat hij dit besluit in handen van Gedeputeerde
Staten zal stellen om met de uitspraak hierover een lijn
voor de toekomst te hebben; voor de Heer Roeien is dit
aanleiding te verzoeken de argumenten van de tegenstem
mers daarbij op te nemen.
Voorstel tot ongegrondverklaring van een bezwaarschrift
van A. Vriens te Breda in verband met het weigeren van een
bouwvergunning
De Heer Jansen verklaart dat zijn fraktie het standpunt van
de commissie en de argumentatie volgt;