-4- fraktie wordt onderschreven wat de sensus van de ver-? klaring betreft; zijn fraktie staat achter de sensus van het verzoek; zijn fraktie is echter van mening dat het hier een onderwerp betreft dat ver uitgaat boven een gemeen telijke aangelegenheid; als zodanig stelt zijn fraktie ten principale dat zij elke rassendiscriminatie afwijst, doch dat het niet op de weg van een incidentele kleine gemeente ligt om dergelijke vergaande besluiten te nemen; naar het inzicht van de fraktie liggen deze op landelijk, op nationaal niveau, en niet op die van een klein gebied; als zodanig is zijn fraktie het eens met de sensus, doch inzake de consequenties zou zij naar Den Haag willen ver wijzen; dit houdt in dat zijn fraktie niet onderschrijft, dat Burgemeester en Wethouders zo'n verklaring (niet)niet uitgeeft; dit is aan de individuele verantwoordelijkheid van de vrager, niet aan de onze; de man moet het waarom en het hoe van de aanvraag beoordelen; dit is in het geheel geen aangelegenheid, die in een gemeenteraad thuis hoort; wij moeten iedere burger vrij laten in het vragen van een verklaring, die hij meent in zijn positie nodig te hebben. De Heer Tonneyck meent te kunnen stellen dat het standpunt van de Heer Jansen gelijk is aan het standpunt van zijn (sprekers) fraktie; afgezien van allerlei zaken, die hierbij betrokken zijn, is het bovendien niet juist - waaromtrent hij zich derhalve aansluit bij de woorden van de voorzitter - over dit onderwerp uitvoerig te discussiëren; zijn fraktie is het volledig eens met het idee van de Heer Jansen; hij gelooft dat de Raad daarnaar zou moeten handelen; hij is van mening dat de Raad niet in discussie mag treden over hetgeen hier aan de orde is omdat het een vrij moeilijke zaak is, maar ook omdat deze vrij-heid een eigen zaak is voor degenen, die hierover mogen en moeten beslissen; als de Raad hen hierin beperkt, velt de Raad een oordeel dat hij zich in feite niet kan en mag aanmatigen. De voorzitter licht toe dat Burgemeester en Wethouders niet anders konden doen, omdat het College wel eens geconfronteerd zou kunnen worden met een dergelijke vraag aan de afdeling Bevolking; daarom hebben Burgemeester en Wethouders er be hoefte aan te weten hoe het hoogste orgaan van de gemeente hierover denkt; de ambtenares van Bevolking kan geconfron teerd worden met de vraag om afgifte van een uittreksel uit het bevolkingsregister, waarop de godsdienst vermeld staat; als de Raad zich kan vinden in het voorstel van Burgemeester en Wethouders - aan het verzoek te voldoen door de uitspraak dat het gemeentebestuur van Prinsenbeek, mede gelet op de toezegging van Burgemeester en Wethouders, geen verklaring van niet-jood -zijn zal afgeven welke uitspraak het College gaarne overneemt en in de geest van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van rassen discriminatie ten uitvoer zal brengen - dan geeft het Colle ge deze verklaring niet af, ook al vraagt men er om; als de Raad van mening is dat ieder dat zelf moet weten, dan wijkt de Raad in deze beslissing af van het voorstel van Burgemeester en Wethouders; hierover vraagt het College duidelijkheid; daar de mening van de Heer Jansen - welke afwijkt van het voorstel van Burgemeester en Wethouders - door tenminste twee leden wordt gesteund, stelt de voorzit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 8