II
M
Dank zij die beleidspolitiek zijn er voor de gemeente
Prinsenbeek mogelijkheden geschapen om met opslag voor
grote werken bepaalde voorzieningen mogelijk te maken.
De verkoop van bouwgrond nadert echter, in verband met
de beperking van uitgroei, het einde en de gemeente
wordt dan teruggedrongen naar de gewone middelen van de
jaarlijkse begroting.
De nog te treffen voorzieningen vragen grote bedragen.
Indien de gemeente over middelen beschikt kunnen deze
investeringen gedaan worden, maar de exploitatie die
dan volgt vergt toch nog een behoorlijk bedrag.
Men mag er niet van uitgaan dat de overschotten op de
begroting een blijvend karakter zullen hebben.
Hij vindt het jammer dat de raad bij de beslissing
over een dergelijk voorstel zo onderbezet is. Tenslotte
dringthij er met klem op aan het voorstel van het
college te aanvaarden. Hij voegt er nog aan toe, dat
indien zou blijken dat de tarieven van de onroerend-
goed-belastingen te hoog zouden zijn, daarover nader van
gedachten kan worden gewisseld. Verlaging van die
tarieven komt aan de gehele gemeenschap ten goede.
Op die wijze komen de gunstige begrotingscijfers aan
iedereen ten goede. Volgens het voorstel van het college
dat hierbij in zoverre wordt aangepast dat ƒ.53.000,
zal worden toegevoegd aan de reserve voor wegen en
fietspaden, wordt 737.000,toegevoegd aan de
reserve voor sport, jeugd- en gemeenschapszorg
De heer Hennekam meent dat de heer Dirven enige
principiële fouten maakt.
Door hem worden de baatbelastingen in verband gebracht
met de onroerend-goed-belastingen
De onroerend-goed-belastingen komen in de plaats van
een viertal andere belastingen, doch het systeem van de
baatbelastingen blijft, ook in de gemeentewet. Zij zijn
ingevoerd als een correctie omdat het niet billijk is
de lasten van die voorzieningen op de gehele gemeenschap
te leggen.
Ten hoogste 80% mag verhaald worden, terwijl 20% door de
gehele gemeenschap moet worden gedragen. Ook zijn er
technische bezwaren tegen afschaffing, omdat afgekochte
baatbelastingen moeten worden terugbetaald, hetgeen een
administratieve romslomp betekent. Naar zijn mening
kan de raad besluiten met het ontstane overschot be
paalde voorzieningen aan te brengen of er wordt besloten
tot aanpassing van de tarieven van de onroerend-goed-
belastingen.
Er wordt op die wijze gewerkt met bedragen die in het
algemeen zijn overgebleven en dan in het algemeen weer
terugvloeien.