-6- De Heer Jansen repliceert hierop dat het woonwagencentrum zoveel kans heeft gekregen om in het antwoord tegen andere punten aan te trappen die de Raad niet interesseren, dat het gevraagde punt over het hoofd gezien kon worden met toch de indruk, althans bij een oppervlakkige lezer, dat men een uitgebreid antwoord had geaeven. Hij vindt het een onbevredigend stuk correspondentie. De voorzitter zegt dat alle punten in de vraagbrief vragen zijn die door de diverse fracties in de Raad naar voren zijn gebracht. De Heer Roeien vindt dat het antwoord van het woonwagencentrum erg onduidelijk is. Zijn fractie voelt er weinig voor om opnieuw vragen te stellen. Op 1 februari moet een keuze gemaakt zijn. Zoals zijn fractie tijdens de vorige vergadering heeft gesteld, zou het, gezien de gehouden enquête onder de woonwagenbewoners, beter zijn om te decentraliseren met 3 of 4 eenheden; verder is het beter tijdig aan te sluiten bij het schap, dan een oplegging van de regeling af te wachten. De centrale overheid gaat een hardere lijn volgen met be trekking tot gemeenten die niet of niet tijdig aan de decen tralisatie van woonwagens wensen mede te werken. Zijn fractie zou hier voor gespaard wensen te blijven. Volgens hem heeft het weinig zin om voor 1 februari wederom concrete vragen beantwoord te hebben. Zijn fractie wil in principe medewerking geven aan een besluit tot aansluiting bij het schap en het aanvaarden van het spreüingsplanzoals dat in de regeling is aangegeven. Zijn fractie zal het College binnenkort schriftelijk infor meren over de alternatieve plaatsen die er binnen de gemeente zijn ten aanzien van de plaats van de wagens. De Heer van Seventer sluit zich in hoofdzaak aan bij de woorden van het lid Roeien. Zijn fractie wil medewerking verlenen aan aansluiting bij het schap. Het opgelegd krijgen van een regeling vindt zijn fractie een onjuiste gang van zaken. De Heer Jansen heeft nog niet gediscussieerd over de regeling als zodanig. Met de regeling heeft zijn fractie geen moeite. Hij wil echter nog wel met het College van gedachten wisse len hoe verder voortgang gegeven wordt aan het feit dat de Raad wenst te weten waarover gesproken wordt. Hij wil weten wat het ja-woord van de Raad eigenlijk inhoudt. Over een "ja" onder dwang, zoals het nu gegeven wordt uit andere overwegingen dan uit overwegingen van juichen, heeft stemming geen zin. De Heer Roeien interrumpeert dat een juichstemming ook bij zijn fractie niet aanwezig is. De voorzitter zegt dat de opbouw van het centrum gepleegd moet worden in overleg met het woonwagenschap. Hij gelooft dat het dan verstandig is een vaste commissie uit de Raad het College te laten bijstaan in de opbouw van hetgeen op grond van deze gemeenschappelijke regeling hier tot stand gebracht moet worden. Daarna wordt overgegaan tot hoofdelijke stemming. Uit deze hoofdelijke stemming blijkt dat 13 stemmen worden uitgebracht vóór het aangaan van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 10