-7- 9Straatnaamqevinq bestemmingsplan "De Staart" De voorzitter geeft de Raad de gelegenheid in te gaan op de vier in het voorstel genoemde groepen van namen. De eerste groep zijn toponiemen, de tweede houden verband met heide, de derde groep zijn dichters en de vierde romanschrijvers. De Heer Jansen deelt mede dat zijn fractie geen eensluidend voorstel heeft. Zijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de eerste groep van straatnamen. Daarna vraagt de voorzitter aan elk lid afzonderlijk voor welke groep namen zij voorkeur hebben. De uitslag hiervan is: 4 stemmen met voorkeur voor de tweede groep namen; vijf stemmen voor groep één; eveneens 4 stemmen op groep 4. Daarna wordt een tussenstemming tussen de tweede en vierde groep namen gehouden. Er worden zeven stemmen voor de vierde groep en zes stemmen voor de tweede groep namen uitgebracht. Tenslotte volgt een eindstemming tussen de eerste en de vierde groep namen. Alvorens tot de stemming over te gaan, stelt de Heer Dirven nog het volgende. Volgens dit lid moet een straatnaam iets zijn, moet een naam iets zeggen en een bepaalde inhoud hebben. Tegelijk moet de straatnaam gemakkelijk in het gehoor liggen en ook bij de P.T.T. leiden tot een gemakkelijke postverdeling Het verbaast hem dat het College in het voorstel aangeeft dat een bepaalde wijk aangeduid moet worden met een gelijk soortige groep namen, omdat in deze gemeente nog geen enkele dergelijke wijkindeling aanwezig is. Hij vindt het geen probleem om voor een nieuwe wijk aparte namen te geven, temeer omdat voor vreemdelingen aan de rand van de bebouwde kom borden geplaatst zullen worden waarop alle namen zijn vermeld. Van de in het voorstel genoemde romanschrijvers zijn er wel licht enige nu bekend, doch over enige tijd zullen er anderen zo onbekend zijn dat er moeilijkheden met die namen zullen ontstaan. Als voorbeelden van namen die met de provincie Noord-Brabant niet veel gemeen hebben noemt hij Last en Anna Blaman. In de lijst mist hij overigens een van de grootste Brabantse schrijvers, namelijk Anton van Duinkerken. Hij vindt de namen daarom ook vrij willekeurig bij elkaar genomen. Hij stelt er tegenover dat in de archieven veel veldnamen zijn gevonden, die betekenisvol zijn in de zin van hun oor sprong en waarde; bovendien zijn deze namen gelokaliseerd naar de ligging van de straten. De namen getuigen ook nog van een landelijk karakter van de gemeente en het zijn geen confectie- namen De voorzitter zegt in de praktijk van zijn werk zich wel te ergeren aan bepaalde namen, zoals Vroente en Heertgank, waarvan hij ook de betekenis niet direct kan mededelen. De Heer Dirven vindt het een goede zaak dat de mensen naar de betekenis van een straatnaam vragen. In de steden zijn hele wijken waarvan de mensen de betekenis van straatnamen niet weten De Heer Hennekam, wethouder, deelt mede voor de vierde groep te zullen stemmen. Hij vindt de ligging van de vele straten moeilijk uit elkaar te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 11