Daarbij kan ook de oude bestemming aan de orde gesteld worden.
De voorzitter kan zich voorstellen dat er ter plaatse een ander
gebouw kan worden gerealiseerd. De desbetreffende eigenaar is
willig in het verkopen van de grond. Bij bebouwing van de strook
grond kan het achtergelegen stuk grond nimmer meer ontsloten
worden. Tegen het handhaven van de bestemming van het pad heeft
hij persoonlijk dan ook geen moeite. Hij voorziet dat de andere
daar gelegen bouwgrond ook verkocht wordt en dan is de enige
ontsluiting van de achtergelegen gronden via de begraafplaats.
De begraafplaats kan men echter niet als toegangsweg naar de ach
tergelegen gronden beschouwen.
De Heer Dirven zegt dat in de commissie medegedeeld is dat naast
het pad nog voldoende ruimte is om te bouwen. De adspirant-bouwer
wordt geen enkele moeilijkheid in de weg gelegd. Er valt mogelijk
te denken aan verandering van bestemming van de achterliggende
gronden met uitritmogelijkheid voor het verkeer,
Volgens de voorzitter heeft de betrokken eigenaar nog twee of
drie bouwpercelen ter beschikking. Indien de bestemming van het
pad eerst later wordt ingetrokken, kan er alsnog een woning ge
bouwd worden.
De Heer van der Westen. Wethouder, zegt dat de eigenaren van de
achterliggende gronden al eens benaderd zijn voor uitbreiding van
de begraafplaats. Die percelen hebben alle een uitweg en indien
deze er niet meer zijn, zijn deze door de eigenaren zelf ongedaan
gemaakt. Die uitwegen liggen aan de Markt. Deze gronden zijn be
stemd voor woningbouw. De eigenaar van de bouwgrond, waarover het
voorstel handelt, heeft schriftelijk bevestigd dat de koop en ver
koop niet doorgaat. De reden van de bestemmingswijziging is niet
meer aanwezig. Het door de P.T.T. vrijgegeven stuk grond heeft
een breedte van niet meer dan 5 meter. Bij opschuiving van het
perceel komt men terecht in reeds aanwezige gebouwen, die dan
zouden moeten verdwijnen. Dit brengt moeilijkheden naar voren
die niet gerechtvaardigd zijn en geen uitgangspunt hebben. Hij
vindt dat de grond wederom zijn oorspronkelijke bestemming dient
te krijgen.
De Heer Roeien merkt op behoefte te hebben in te gaan op de gedach
tengang van het lid Jansen; hij zou één en ander nog eens rustig
willen laten bezien, omdat door de Wethouder een novum in de dis
cussie is gebracht die in de commissie niet aan de orde is geweest
Het schriftelijk bevestigen van een verklaring aan de P.T.T. is
voor hem iets nieuws en die informatie heeft de commissie niet be
reikt. Dat geeft consequenties ten aanzien van de definitieve be
stemming.
De voorzitter zegt het schriftelijk contact dat er tussen de grond
eigenaar en P.T.T. is geweest te zullen nagaan en zal daarover in
een volgende vergadering nadere informatie verstrekken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
de beslissing op het voorstel aan te houden.