-9-
Daarop is gereageerd door ons doch van het Gemeentebestuur van
Breda is geen antwoord ontvangen. Deze zaak valt echter buiten
de orde van het wegenstructuurplan.
De Heer Dirven vindt het moment wel aanwezig om er met Breda
over te spreken, omdat die Gemeente de wegenstructuur van de
binnenstad aan de orde heeft gesteld en de daarom geënte intak-
wegen. Het volgende punt is dan de uitwijkwegen van het plan
Haagsche Beemden. Hij meent dat er in het huidige stadium wel
een gesprek met de Gemeente Breda mogelijk is.
De voorzitter herinnert er aan dat de Gemeente Breda onder an
dere het viaduct zonder enig overleg met Prinsenbeek achterwege
heeft gelaten.
De Heer Roeien zegt dat zijn bemerking over de ontsluitingen van
de Haagsche Beemden niets te maken heeft met eerder tegen het
structuurplan Haagsche Beemden ingediende bezwaren en ook niets
met de procedure. Hij heeft zich uitsluitend tot de inhoud van
de nota willen beperken. Op bladzijde 23 staat duidelijk, dat
door de ontwikkeling het verkeer op de Terheijdenseweg belangrijk
zal kunnen toenemen. Gezien de kwaliteit van de dan Kèsffitaande lbeS"taande
verbindingen Breda-noord in noordelijke richting wordt de recht
streekse aansluiting van de Haagsche Beemden in noordelijke
richting van de Maasroute niet noodzakelijk geacht.
Deze stelling in het rapport is voor hem aanleiding geweest te
vragen om deze visie nog eens na te gaan en te overwegen tegen de
achtergrond van de bewoning van de Haagsche Beemden.
De voorzitter zegt dat de Raad voorkeur heeft voor model 1. De ge
maakte opmerkingen van de diverse fracties zullen op de bestemde
plaats worden besproken of er zal een brief over geschreven wor
den, nadat hij in het kort de standpunten van de diverse fracties
heeft opgesomd.
De Heer Hennekam meent dat het College in dit stadium de opmer
kingen voor kennisgeving moet aannemen. In het voorstel is ver
meld, dat de bespreking nog wordt opgeschort omdat er nog be
sprekingen moeten plaats vinden met het Stadsgewest en eventuele
andere instanties, doch het College kan de opvattingen van de
gehele Raad en soms van delen van .de Raad meenemen in de bedoelde
besprekingen
De opmerkingen mogen naar zijn oordeel niet als besluiten worden
geinterpreteerd
De Heer Dirven zegt, dat de Raad zich duidelijk voor model 1 heeft
uitgesproken en daarop wordt niet teruggekomen.
De Heer Roeien wijst er op dat v5or 1 oktober moet worden gerea
geerd. Indien die datum verschoven is naar 1 november zou hij
toch kenbaar willen maken dat de Raad unaniem gekozen heeft voor
model 1. De gemaakte restricties vindt hij passen binnen de over
legsituatie. Hij vindt het raadzaam, indien er op stadsgewestelijk
niveau een bespreking plaats vindt, die bemerkingen daar te be
spreken en naar voren te brengen.
De voorzitter gaat hiermede akkoord en zal aan de Raad een aan
vullende notitie zenden over de gemaakte opmerkingen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten