-12-
22Voorstel tot het treffen van een verkeersmaatregel voor
het fietspad langs de Groenstraat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit
voorstel aangenomen.
23Voorstel tot overdracht van 12 woningen met ondergrond
aan de Woningstichting Prinsenbeek.
De voorzitter deelt mede, dat de Woningstichting de bewoners
in de gelegenheid stelt om hun woning te kopen.
De Heer Dirven vraagt hoe het punt van de overdrachtskosten
geregeld moet worden omdat de Stichting geen liquide midde
len heeft om deze te betalen.
De Heer van Seventer deelt mede, dat het hem als bestuurs
lid van de Stichting bekend is, dat enige bewoners mits de
aankoopprijs niet te hoog is, tot het kopen zullen overgaan.
De Stichting kan in elk geval de overdrachtskosten betalen.
Voor deze kosten zal de Stichting geen beroep op de gemeente
behoeven te doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel aangenomen.
24. Nadere voorstellen inzake subsidieverzoeken, te behandelen
bij de begroting 1977.
De voorzitter stelt voor deze voorstellen te behandelen na
het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de algemene
beschouwingen en vaststelling van de begrotingen 1977.
Geen van de leden heeft bezwaar tegen dit voorstel van orde.
25Antwoord van Burgemeester en Wethouders op de algemene be
schouwingen en vaststelling begrotingen 1977.
De voorzitter zegt dat de portefeuilleverdeling sedert de
laatste raadsverkiezing zodanig is dat een belangrijk deel
van zijn werkzaamheden door de beide Wethouders is overge
nomen. De medewerking van hen verloopt in een bijzonder
prettige toon en hij zegt met grote erkentelijkheid steeds
de aktiviteiten van de Wethouders te volgen.
Ruimtelijke Ordening.
Een aantal aangelegenheden zijn reeds in 1976 aangevangen en
zullen in 1977 een slot krijgen dan wel voortgezet worden.
Hij gaat nader in op het bestemmingsplan voor het buitengebied.
Dit bestemmingsplan noemt hij misschien wel het moeilijkste
plan waarmee de Raad geconfronteerd wordt. In Brabant is er
ten aanzien van deze plannen een vrij grote achterstand,
omdat bepaalde inzichten van de P.P.D. eerst in later stadium
tot uitdrukking zijn gekomen.
Het College heeft, gesteund door de planoloog, via de com
missie Ruimtelijke Ordening, met de gewestelijke raad voor
het Landbouwschap overleg gepleegd. Met deze raad zijn de
besprekingen inmiddels beëindigd. Zowel met deze raad als
met provinciale ambtenaren verschilt het College op enige
punten sterk van mening. Hij vraagt zich af wat de Raad
hieraan moet doen. Het punt dat het meest verschil van me
ning dreigt op te leveren is voor het College een zaak van
milieu-hygiënische aard.