-4-
k) Mededeling van Burgemeester en Wethouders inzake ver
strekte Gemeentegarantie ten behoeve van hypothecaire
leningen aan de Heren M.J.Feskens en JFBNikken
1) Bezwaarschrift d.d. 26 oktober 1977 van de Heer M.W.
van Oorschot, Akkerlaan 6, alhier inzake aanbrengen
uitrit
m) Brief d.d. 18 oktober 1977 van de N.V.Casema inzake
een door het raadslid H.Dirven gestelde vraag aangaande
verklaring van het bepaalde in artikel 7 van de over
eenkomst
Ad ien 1
De Heer Roeien vraagt de bezwaarden, genoemd onder punt
j) en 1), wel een schriftelijk antwoord te geven en dit
te doen overeenkomstig de discussie in de commissie Ruim
telijke Ordening.
De. voorzitter zegt dat het College toch reeds voornemens
was om de reclamanten schriftelijk te antwoorden, doch uit
een oogpunt van bestuurstechniek wordt voorgesteld de
stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Ad m)
De Heer Dirven vindt het antwoord van Casema N.V. zo voor
waardelijk en zo opportuun dat hij tegenstander blijft van
de bewuste zinsnede in het contract. Hij vindt het nog
steeds een vorm van censuur. Het antwoordt vindt hij wel
uitgebreid, doch onvoldoende.
De voorzitter zegt dat hij zich niet ongerust behoeft te
maken. De veiligheidsklep ligt in de publiciteit, die bij
toepassing van de bewuste clausule zou ontstaan.
Zonder hoofdelijke stemming worden de
stukken overigens voor kennisgeving aan
genomen
4Mededelingen van de Gewestraad Breda.
De Heer van Seventer wil nog eens accentueren, dat de Ge
meenteraad van Breda unaniem, zij het na een langdurige
discussie, achter het voorstel van het College staat om
het Stadsgewest voorlopig geen nieuwe taken toe te bedelen
en niet meer dan een trendmatige groei van de uitgaven toe
te staan. Een herbezinning op functie en taken van het
Stadsgewest moet wellicht aan de orde komen.
Hij benadrukt nog eens, dat hieruit blijkt eenieder de angst
voor de kosten van het takenpakket deelt, welke angst in de
Gemeenteraad van Breda naar voren is gekomen mede naar aan
leiding van het overeenkomstig standpunt van de Prinsen-
beekse afgevaardigden, naar voren gebracht in de P.T.T.-
fractie van de Gewestraad.
5Voorstel tot ongegrondverklaring van de bezwaarschriften
d.d. 2 november 1977 van de Heren A.Aarts, Merlijnshof 16,
A.Verwijmeren, Merlijnshof 14 en J. v.d. Put, Kapittelhof
19, inzake weigering bouwvergunning ten behoeve van uit
breiding van hun garageboxen, gelegen aan de Abdisstraat.
De Heer Roeien bevreemdt het dat in het voorstel en in het
commissieverslag sprake is van bespreking van deze aanvra
gen in een vroegere vergadering van de commissie.