Deze besprekingen vinden echter plaats op informele wijze.
Het daarna in officiële stukken daarop terugvallen vindt
hij enigszins misplaatst.
De voorzitter vindt het bezwaar van de Heer Roeien gegrond,
omdat anders de commissie gesteld zou worden in haar opvat
tingen tegenover het College, dat een eigen verantwoorde
lijkheid heeft.
Ook de Heer Houtepen onderstreept het bezwaar van het lid
Roeien
De Heer van der Westen. Wethouder, zegt zich achter het
voorstel te stellen, doch anderzijds merkt hij op, dat het
in het voornemen ligt om betrokkenen te wijzen op eventuele
andere, ook technisch mogelijke, oplossingen voor uit
breiding. Betrokkenen hebben medegedeeld, dat andere moge
lijkheden technisch niet uitvoerbaar zijn. Hij hoopt dat
dit echter toch mogelijk zal blijken.
De Heer Roeien zegt dat zijn fractie op het standpunt staat
dat binnen de grenzen van het bestemmingsplan gewerkt moet
worden met voorgevelrooilijnen. Deze lijnen kunnen niet on
gestraft overschreden worden. Voor zijn fractie is dat uit
gangspunt om een beslissing te nemen. Het in de commissie
terzijde besproken alternatief is voor zijn fractie geen
wegingsfactor geweest.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel besloten.
Nota inzake begrotingswijzigingen 1977 Stadsgewest Breda
en begroting 1978 Gezondheidsdienst Breda.
De Heer van der Westen zegt dat de nota in de vergadering
van de commissie voor financiën in ruime mate is besproken.
Hij bevestigt dat de rapporten, met name de le Fase Struc
tuurplan van het Stadsgewest, de leden van de Raad niet
heeft bereikt. Zij waren wel bij de ter inzage gelegde
stukken aanwezig. Het ongeloof van het lid Jansen, dat de
volgende fasen van het structuurplan bij uitvoering van de
le fase minder duur zullen zijn, kan hij niet wegnemen.
Indien echter de 2e fase volgt wordt dit gua kosten zicht
baar via de begroting. Het al dan niet toezenden van nota's
aan Raadsleden is een zaak van het stadsgewestelijk bestuur.
Hij vreest wel dat algehele toezending de administratie
kosten aanmerkelijk zal doen stijgen, terwijl niet het ge
wenste effect wordt bereikt. De commissie is van oordeel,
dat de kosten van eventuele volgende fasen moeten worden
aangetoond.
De Heer Dirven heeft het structuurplan wel bestudeerd en
hij heeft waardering voor het werk dat daaraan is besteed.
Een probleem is, dat de gemeenten Oosterhout en Etten-Leur
wel in het structuurplan zijn opgenomen, doch financieel
niet bijdragen aan het gewest. Hij vraagt het College of
tijdens een volgende vergadering informatie over de kos
tenverdeling kan worden verstrekt, in casu met Oosterhout
en Etten-Leur.