Voorts vraagt hij het College aan het Stadsgewest te vragen
wat uitvoering van het structuurplan gedurende de eerste
vijf jaren zal gaan kosten in globale zin.
De Gemeente kan dan haar begroting beter inpassen.
Tenslotte vraagt hij in hoeverre er bij het Stadsgewest
sprake is van samenwerking met rijk, provincie en andere
stadsgewesten bij de uitvoering van het structuurplan.
Het structuurplan heeft raakvlakken met gebieden ten noor
den, zuiden, oosten en westen van het stadsgewestelijk ge
bied.
De Heer Roeien vraagt zich af of het wellicht mogelijk is
meerdere exemplaren van nota's tegen kostprijs te betrek
ken. Een set nota's zou per fractie kunnen circuleren.
Hij waarschuwt het College voorzichtig te zijn met ter
mijnen, daar nu de termijn van reageren overschreden is.
Hij geeft in overweging om in het vervolg bij aanhouding
van stukken te letten op overschrijding van termijnen
waarbinnen gereageerd kan worden.
De Heer Hennekam, Wethouder, merkt op dat het gestelde
door de Heer Roeien omtrent in de nota genoemde bio-
industrie inmiddels is verwerkt. Ook is een schriftelijke
reactie van het Stadsgewest ontvangen.
Ten aanzien van het gestelde door de Heer Dirven meent hij
dat het goed is nog eens op te merken, dat het Stadsgewest
Breda een gemeenschappelijke regeling is, waarbij ook de
Gemeente Prinsenbeek is aangesloten. De Gemeenteraden zijn
de competente organen bij het aangaan van nieuwe taken. De
kosten, voortvloeiend uit taken die worden gewenst door de
Gemeenteraden, zijn verplichte uitgaven volgens de bepa
lingen van de Gemeentewet. Ten aanzien van de begroting
kunnen daarom slechts opmerkingen gemaakt worden over de
hoogte van de bedragen, doch de uitgaven kunnen niet wor
den geschrapt of tegengehouden.
Naar het zich laat aanzien zullen binnen niet al te lange
tijd de Gemeenten Oosterhout en Etten-Leur zich aansluiten
bij het Stadsgewest. Het is redelijk dat die gemeenten
dan ook zullen bijdragen in de kosten die tot dat tijdstip
voor hun gemeenten zijn gemaakt. Tot dit tijdstip heeft
het Stadsgewest geen enkel rechts- of machtsmiddel om be
taling van die kosten af te dwingen. Een indicatie van de
kosten kan hij niet geven, doch dit kan wellicht geschie
den door het lid van de commissie Ruimtelijke Ordening van
het Stadsgewest.
Er is voorts een ambtelijke werkgroep, waarin vertegenwoor
digers van de provinciale planologische dienst zitting heb
ben om te letten op de provinciale belangen. Hij hoopt dat
de provinciale bijdrage hoger zal zijn dan f.1,— die
tot heden wordt gehanteerd als bijdrage in de kosten van
het structuurplan.
De Heer Dirven meent dat de Raad mag weten over welke be
dragen het gaat bij de uitvoering van de vier fasen van
het structuurplan. Hij stelt het op prijs dat de provin
cie reeds betrokken is in het overleg. Hij is niet voor
het maken van plannen zonder overleg met buur-stadsgewesten
en herinnert in deze aan het structuurplan Haagsche Beemden,
waarbij overleg met naburige gemeenten niet voldoende aan
wezig is geweest.
