-13-
De Heer Dirven zou willen weten hoe het Stadsgewest leeft
bij de bevolking.
Zijn bedoeling is dat niet-bestuurdersdie toch wel be
paalde kwaliteiten kunnen hebben, ook de zaken eens wegen,
hetgeen verlichtend zou kunnen werken. Een hoge of lage
weging van de taken is uitsluitend vanuit het gezichts
punt van de bestuurders gezien. Hij wil daarmede niet stel
len, dat de zaken anders zouden zijn, doch wil het als
vergelijkingsmateriaal zien.
De voorzitter zegt, dat hij dan als het ware inspraak op
inspraak zou maken. Het zou een logge organisatie worden,
hetgeen hij niet ziet zitten en waarvoor hij niet enthou
siast kan worden.
De Heer Hennekam. Wethouder, zegt dat de bedoeling van de
Heer Dirven erg vriendelijk lijkt, doch in de praktijk
volstrekt onhaalbaar is. De nota is bestuurlijk voorbereid
en wordt daarna terugverwezen voor behandeling in de ver
schillende commissies, werkgroepen en ook de Gemeentera
den. De Raden zijn juist de vertegenwoordiging van de be
volking.
Van de Raad mag verwacht worden, dat hij weet wat er in
de bevolking leeft. Hij gelooft dat het onhaalbaar is om
deze zaken aan welk College dan ook buiten het Stadsgewest
voor te leggen
Bij de uitvoering van plannen kan wel het instrument van
inspraak worden gehanteerd. Bestuurlijk vindt hij het niet
verantwoord om op de nota inspraak te verlenen.
De Heer Dirven kan zich voorstellen, dat weging van be
paalde onderwerpen door bestuurders anders geschiedt dan
door inwoners van het Stadsgewest.
Hij vindt 't nu meer een eenrichtingverkeer, doch hij tilt
er overigens niet zo zwaar aan na de toelichting van de
voorzitter en Wethouder Hennekam.
De Heer Roeien meent dat de Gemeenteraden volledig aan
een weging kunnen deelnemen en bemerkingen daarop kunnen
doorgeven aan het Stadsgewest. Hij vindt de inspraak vol
doende
Na een korte discussie stelt de voorzitter voor de bespre
kingen over de nota te besluiten.
21b. Rapport "Weaenstructuur Breda-Noord"
De Heer Roeien begrijpt de notitie van het College inzake
dit punt niet geheel. Hij verwijst naar de notulen van de
vergadering in september, waarin is vermeld dat de Raad
unaniem voor model 1 heeft gekozen en besloten is dit ook
kenbaar te maken.
De gemaakte restricties zouden worden besproken in stads
gewestelijk verband. De voorzitter heeft zich toen akkoord
verklaard om de keuze van model 1 kenbaar te maken. Hij is
er van uit gegaan dat direct na de vergadering in septem
ber de reactie van de Raad aan Gedeputeerde Staten kenbaar
is gemaakt, omdat de Raad op dat onderdeel unaniem was.