De Heer van Seventer zegt dat er sprake is van bewoners
in een gebied ten aanzien waarvan een bestemmingsplan
in voorbereiding is. Het vormen van een kernrandzone
komt voor de bewoners wel eens wat onbegrijpelijk over.
Dit houdt in dat geen nieuwe bedrijven gevestigd mogen
worden en dat bestaande bedrijven slechts beperkt mogen
worden uitgebreid.
In dezelfde omgeving is weer wel gesproken over de ves
tiging van een woonwagenkamp. Zijn fractie vreest dat de
formele mededelinq tot het nog afwerken van aanhouding
van het besluit aan de bezwaarde vertaald kan worden als
het vooruitlopen op, afgifte van de gewenste vergunning.
Ook zijn fractie adviseert de Agrarische Adviescommissie
Bouwaanvragen in te schakelen. Dit houdt voor hem niet in
dat hij onherroepelijk achter een uitspraak van die com
missie zal staan.
Indien er een gunstig advies volgt zou het College van
Burgemeester en Wethouders het toepassen van artikel 50,
lid 8, van de Woningwet in overweging kunnen nemen.
Hij vindt dat, indien er een basis voor een agrarisch
bedrijf aanwezig is, getracht moet worden een oplossing
voor betrokkene te bereiken.
De Heer Houtepen is het volledig eens met het door de
leden Roeien en van Seventer gestelde. Hij merkt nog op
dat hij uitsluitend een bouwaanvrage voor een woonhuis
gezien heeft bij de stukken. Een agrarisch bedrijf zal
echter ook over de nodige bedrijfsruimte moeten beschik
ken. Hij wil daarover meer duidelijkheid. Ook dient de be
trokkene te zorgen voor het aanvragen van een hinderwet
vergunning.
De voorzitter zegt dat het verkrijgen van een hinderwet
ver-gunning geen voorwaarde mag zijn bij een bouwvergun
ning. Hij vindt het raadzaam dat de aanvrage voor een
hinderwetvergunning gelijktijdig met de aanvrage bouw
vergunning wordt ingediend.
Hij cor&ateert dat de Raad unaniem is in de gedachte om
een advies te vragen aan de Agrarische Adviescommissie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.
b) De Heer Roeien zegt dat zijn fractie enige moeite heeft
met de formele benadering. Hij vraagt het College het
voorbereidingsbesluit soepel te interpreteren, -ook al
omdat er reeds driemaal een dergelijk besluit is genomen.
In een voor de aanvrager moeilijk aanvaardbare constructie
zal hij na afloop van het voorbereidingsbesluit een afwij
zend besluit ontvangen. Het is hem bekend dat het College
formeel dan juist handelt, doch hij hoopt dat een begelei
dende brief voor de aanvrager meer duidelijkheid schept
voor deze moeilijke formele gang van zaken bij planolo
gische aangelegenheden.
De aanvrage wordt beoordeeld op woning en bedrijfsruimte.
Zijn fractie kan dit voor de voorliggende aanvrage wel
volgen.
