-13-
Hij begrijpt wel hoe deze verschillen in het verleden
gegroeid zijn. Een meer reëele benadering zal nodig zijn.
Ten aanzien van de voorgestelde reeks subsidies merkt hij
het volgende op.
In het algemeen gaat zijn fractie akkoord met deze voor
stellen.
De Werkgroep Haagsche Beemden krijgt terecht jaarlijks
een subsidie van f.1.500,Zij doet uitstekend werk en
verzorgt behoorlijke publikaties. Zij bestrijkt het gebied
van Prinsenbeek en het oude Princenhage.
De Oudheidkundige Kring Breda strekt ook haar voelhorens
over hetzelfde gebied uit. Deze Kring ontvangt echter
slechts 3,5 cent per inwoner per jaar, zijnde f.339,--.
Hij vraagt of er in de begroting geen ruimte is om dit
bedrag aan te passen aan het subsidie van de Werkgroep
Haagsche Beemden.
Het Oranjecomité wordt gesubsidieerd met 3 5 cent per in
woner. Het College heeft in de nota van aanbieding gesteld,
dat dit comité is opgeheven omdat de fondsen te gering
gebleken zijn. Nadien is het niet gelukt een ander comité
op te richten. Daaruit kan volgens hem de conclusie worden
getrokken dat het inderdaad met de beschikbaar gestelde
35 cent per inwoner onmogelijk is om een werkbaar comité
te krijgen. Hij vraagt het subsidie te verhogen van 35
cent tot 50 cent per inwoner. Hij hoopt dat het College
het mogelijk zal maken een hernieuwd comité op te richten.
Voor de openbare bibliotheek heeft het College aanmerke
lijk hogere bedragen geraamd. Hij wacht voorstellen
in 1978 van het College af. Ook verwacht hij in 1978 een
uitgewerkt idee van het College hoe de toekomstige open
bare bibliotheek in Prinsenbeek gestalte zal krijgen en
welke extra bedragen daarvoor nodig zijn.
Voor het aankoopbeleid kunstvoorwerpen is ook in 1978 25
cent per inwoner geraamd. De niet bestede bedragen worden
gereserveerd in een fonds. Hij stelt voor het fonds te
verhogen met een jaarlijkse bijdrage van 50 cent per in
woner. Belangrijke kunstaankopen kunnen niet geschieden,
indien niet voldoende middelen ter beschikking zijn, zoals
bij de laatste aankoop is gebleken.
Zijn fractie heeft grote waardering voor het carnavalsge-
beuren binnen de Gemeente. Het gehalte steekt af tegen
omliggende gemeenten door inzet en volkomen acceptatie
binnen de gemeenschap. De Raad is dank verschuldigd aan
de initiatiefnemers.
In 1976 is het subsidie verhoogd van 40 cent naar 50 cent
voor twee jaren. De Carnavalsstichting heeft 60 cent sub
sidie per inwoner gevraagd, weliswaar zonder overlegging
van een begroting, doch deze is vóór aanvang van de ver
gadering alsnog ingeleverd.
Hij vindt een discussie over het verzoek van de stichting
erg moeilijk. Opnieuw komt de Raad elk jaar voor dezelfde
vraag. Zijn fractie heeft na lang beraad een oplossing ge
vonden en stelt voor een trend van 5verhoging aan te
houden. Hij stelt voor dit jaar twee trends van 5% in te
bouwen en het subsidie van 50 naar 55 cent te verhogen,
met dien verstande dat er de eerste twee jaren niet over
dat subsidie wordt gesproken.