-17-
In het begin van de zittingsperiode van de Raad heeft hij
het gevoel gehad te maken te hebben met een College dat zich
wel eens inkapselde. Hij erkent dat toen zijn fractie nog al
eens fel in de oppositie was. Zeker het laatste jaar is er
steeds meer overleg geweest. Zijn fractie ervaart het als
positief dat de commissie van Openbare Werken tijdig bij de
voorbereiding van zaken betrokken is. Hetzelfde geschiedt in
de commissie Ruimtelijke Ordening. De opgaande lijn van sa
menwerking in de Raad stelt hij op prijs. Hij herinnert aan
de beslissing inzake het woonwagenwerkdie in goed overleg
is genomen.
De duidelijkheid van de zijde van lijst één met betrekking
tot ontwikkelingen die het volgende jaar zullen plaatsvin
den, stelt hij op prijs. Hij stelt het persoonlijk bijzonder
op prijs dat het volgende jaar een C.D.A.-lijst tot stand
zal komen. Voor zijn fractie kan dat bepaalde gevolgen heb
ben die op dit moment nog niet geheel zijn uitgekristalli
seerd. Hij hoopt dat bij de beantwoording van de algemene
beschouwingen in de vergadering van januari daarover volle
dige duidelijkheid kan worden gegeven. Eén duidelijkheid
wil hij echter niet onthouden aan de Raad. Voor hem persoon
lijk betekent de aanwezigheid van een C.D.A.-lijst binnen
het politieke gebeuren van Prinsenbeek dat het werken in een
structuur, die op dit ogenblik een plaatselijke politieke
groepering heet, niet mogelijk blijft. Zijn persoonlijk stand
punt is dat één en ander inhoudt dat, indien de politieke
groepering met haar werk zal doorgaan, het voor hem inhoudt
dat hij vier jaren zich wel zal inzetten voor het C.D.A.,
maar niet actief voor het politieke gebeuren binnen de raad
zaal. Indien de politieke groepering niet blijft functioneren
dan behoudt hij zich het recht voor om met instemming van die
groep, mits het C.D.A. dat zou wensen, actief te blijven
deelnemen in CDA-verbandHij hoopt in januari daarover
meer duidelijkheid te kunnen geven.
Hij dankt het College voor de zo tijdige overhandiging van
de begrotingsbescheiden.
Hij constateert dat de aandacht dit jaar minder is geweest
dan in de afgelopen jaren. Het commissiewerk is minder van
omvang en aandacht geweest, hetgeen hij betreurt.
Zijn fractie heeft er moeite mee dat een aantal malen voor
het buitengebied een voorbereidingsbesluit moest worden ge
nomen. Het is hem bekend dat het College ten aanzien van de
termijn van tervisielegging optimistisch is.
Hij hoopt dat de afronding van dit plan nog in de huidige
zittingsperiode van de Raad gestalte zal kunnen krijgen.
Ten aanzien van het plan Staart I merkt hij op dat ondanks
veel inspanningen en goede bedoelingen toch niet geheel vol
daan is aan hetgeen door meer leden van de Raad op prijs is
gesteld. Hij bedoelt dit niet als kritiek op het College.
Wel constateert hij dat de woningen ten behoeve van eigen
inwoners zijn gebouwd, doch in de tweede lijn ontstaan er
mogelijkheden voor overloop naar deze Gemeente.
De speelgelegenheden zijn in dat plan in behoorlijke mate op
genomen. Hij vraagt dringend om die gereserveerde ruimte niet
voor andere doeleinden te gebruiken.