-18-
Namens zijn fractie zegt hij ten aanzien van Staart II zich
nog duidelijker te willen richten op een beleid ten aanzien
van de eigen inwoners. Tegenover het door lijst één aange
dragen alternatief om de financiële lasten voor de eigen
inwoners te verminderen staat hij positief. Ook zijn fractie
wil ernstig rekening houden met eigen inwoners, die nog geen
woonruimte hebben of hen die een huurwoning verlaten.
Dat zal een ombuiging van het vooruitstrevende beleid bete
kenen, maar daaraan valt niet te ontkomen.
Hij adviseert zeer duidelijk tot een fasering van de uitvoe
ring van het plan Staart II.
In de begroting 1977 was sprake van een triest beleid ten
aanzien van de bouw van woningwetwoningenEr waren toen 160
woningzoekenden. Nu er 36 nieuwe woningen in aanbouw zijn,
zou een rekensom leren dat de wachtlijst nog vrij groot is.
Hij wenst informatie over het reëele aantal woningzoekenden.
Hij neemt aan dat het bij het College bekend is dat postzegel
plannen weinig genade vinden bij de provinciale overheid.
Enige plannen kunnen misschien in behandeling worden genomen,
doch de te volgen procedure zal dienen te zijn dat de Gemeen
teraad eerst een plan beoordeelt. Toepassing van artikel 19
der Woningwet zal geen haalbare kaart zijn.
Van het op bladzijde 2 ten aanzien van beiaardenwoningen ge
stelde vindt hij de teneur niet prettig. Zijn fractie doet
daarover geen uitspraak. Primair dient te staan de belangen
van de Prinsenbeekse bejaarden. Hij hoopt dat allen die in de
twee stichtingen functioneren dat als uitgangspunt willen
aannemen. Indien dat niet tijdig tot resultaten aanleiding
zou geven, zal de Raad een keuze moeten maken. Hij hoopt
echter op een keuze in goed overleg, zonder dat de Gemeente
raad daarbij betrokken moet worden.
Ten aanzien van Openbare Werken wordt aandacht besteed aan
een kleine uitbreiding van het personeelsbestand in 1978.
Met het oog op het destijds genomen besluit inzake een perso
neelsstop wil hij geinformeerd worden over de vraag door
welke oorzaak uitbreiding noodzakelijk is.
Over het aanbrengen van een ahob-installatie aan de Meester
Bierensweg en Spoorstraat is reeds jaren gesproken. Hij is
blij dat de Nederlandse Spoorwegen daartoe in 1977 zijn over
gegaan.
Het fietspadenplan wordt door zijn fractie als een goede
zaak ervaren. Ten aanzien van het westelijk gedeelte van de
Meester Bierensweg vraagt hij voor het laatste gedeelte een'
voorziening te treffen die naar zijn mening niet kostbaar be
hoeft te zijn en ook snel te realiseren is. Er behoeft niet
gestreefd te worden naar perfectie.
Hij meent dat het mogelijk is om voor maart 1978 dat plan af
te werken.
De wegen in het buitengebied, die in ruilverkavelingsverband
op 3,5 meter breedte zijn aangelegd, waren destijds aanvaard
baar
Door de gelukkige omstandigheid dat velen uit de bebouwde
kom zich ook buiten oriënteren, onder andere door open dagen
van de landbouw en de ligging van de hockeyvelden, hebben de
buitenwegen ook een andere functie gekregen.