-38- Raad gevraagd of stemming gewenst is. Niemand zegt daarover iets. Toen heeft hij geconstateerd dat de Raad akkoord gaat met het compromis-schrijven, waarmede ook het door het lid Jansen ingediende schriftelijke bezwaar te~zi^de wordt ge steld" De voorzitter beschouwt dit als een antwoord op het door de Heer Jansen in het begin van de vergadering gezegde over het bedoelde compromis-schrijven. De Heer Jansen zegt dat een van de raadsleden een duidelijk "nee" heeft laten weten op het in het College bereikte com promis, dat als een niet juiste uitvoering van een raadsbe sluit moet worden gezien. Zijnerzijds deelt hij mede niet ak koord te gaan met de brief aan het Woonwagenschap. Hij is van mening dat de Raad er is om standpunten te bepalen en indien deze standpunten bepaald zijn en aan derden overge bracht moeten worden, moeten deze dan ook onverkort aan die derden worden doorgegeven, precies overeenkomstig de inhoud van het besluit. Het College heeft volgens hem slechts te overwegen: of uitlokken van een nieuw raadsbesluit omdat het col lege van Burgemeester en Wethouders het er niet over eens is óf het genomen raadsbesluit onverkort en volledig uitvoeren. Met de discussie die op pagina 3 van de notulen is verwoord, is men bezig met een nieuw raadsbesluit. De voorzitter houdt zich aan het raadsbesluit dat duidelijk is. Hij gaat niet in op de oordeelsvorming van de Heer Jansen, hoewel hij veel respect heeft voor zijn mening. Dui delijk is een aan de Raad voorgelegde brief ter discussie geweest die tot een besluit geleid heeft. De Heer Jansen wijst er op dat in de uitnodiging van de Raads vergadering van 24 november het voorstel van het College om een nieuw besluit te nemen over de woonwagenlokaties ontbreekt. Hij geeft niet het recht aan de voorzitter om dan een raadsbe sluit gewijzigd aan de Raad voor te leggen. Dan dient volgens hem een nieuwe besluitvorming aanhangig gemaakt te worden. De voorzitter bestrijdt dit en zegt dat er een uitdrukkelijk besluit door de Raad is genomen. De Heer Jansen zegt dat de Raad in de vorige vergadering over iets gekletst heeft dat niet aan de orde was. Het door hem persoonlijk ingediende bezwaarschrift was niemand bekend. De Raad heeft dit niet gelezen. Hij vindt dat de voorzitter langs de feiten heenpraat. Naar zijn opvatting had de voorzitter zijn brief ter discussie moeten stellen. Dat is niet door hem geschied. De voorzitter zegt dat van de ontvangst van het bezwaar mede deling is gedaan en geen der leden heeft daarvan inzage ge vraagd. De Heer Jansen vraagt nogmaals waarom het College en ook de voorzitter persoonlijk zoveel moeite heeft om een standpunt onverkort door te geven. De voorzitter zegt dat over de interpretatie van een raadsbe sluit verschil van mening is ontstaan. Dat recht meent hij zich te mogen toeëigenen. In het College is geen uniformiteit daarover geweest en toen is een ontwerp-schrijven aan de Raad ter beslissing voorgelegd. De gehele Raad is daarmede akkoord gegaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 222