-4-
Het Woonwagenschap zal geïnformeerd worden over deze
gedachte en ook wil hij de woonwagenbewoners daarbij
betrekken.Daarna kan de aangelegenheid worden betrok
ken in het vooroverleg met de provinciale planolo
gische dienst. Indien het antwoord van deze dienst
overeenkomstig de gedachte van de raad is, komt een
wijziging van het bestemmingsplan in procedure. Dan
zullen belanghebbenden zich van hun belang moeten
vergewissen en kunnen zij eventueel bezwaar maken.
Men zal echter moeten leren leven met de mogelijkhe
den die zich in de toekomst zullen moeten gaan afte
kenen
De Heer Roeien zegt nog, dat bij de wijziging van het
bestemmingsplan het van belang is uitsluitend dat ge
deelte van het perceel van bestemming te veranderen
voor zover dat nodig is voor het plaatsen van het
aantal wagens volgens de verdeelsleutel.
De voorzitter deelt nog mede, dat het schap een wij
ziging van de bestaande gemeenschappelijke regeling
zal voorleggen in plaats van een geheel nieuwe rege
ling. Deze wijziging zal in de volgende vergadering
aan de orde worden gesteld. In de wijziging is de ver
deelsleutel vastgelegd, zodat in de toekomst niet meer
dan dat aantal wagens geplaatst kan worden. De provin
cie zal overigens moeten zorgdragen dat het benodigde
gedeelte van het betreffende perceel vrij wordt opge
leverd voor gebruik door het schap.
7Voorstel tot ongegrondverklaring van een beroepschrift
van de Heer C. van Dongen, Zilverhof 20 te Prinsenbeek
in verband met het weigeren van een bouwvergunning
voor het uitbreiden van een garage
De Heer Dirven herinnert er aan dat het beroepschrift
het zoveelste is dat in de raad behandeld wordt. Hij
heeft het Kernplan Prinsenbeek 1972 er nog eens op na
geslagen. In dat plan staat volgens hem meer vermeld
dan in het voorstel is gesteld.Hij citeert uit de toe
lichting van het Kernplan 1972: "dat vrijstellingsbe
voegdheden welke zouden kunnen dienen om de zo zeer ge
wenste flexibiliteit in het plan te brengen, in de
praktijk niet steeds objectief kunnen worden gehanteerd,
zeker niet indien zodanige bevoegdheid niet gekoppeld
kan worden aan zeer duidelijk begrensde criteria" en
vervolgens "In concreto heeft bovengenoemde belangen
afweging geleid tot een relatief ruime regeling, met
betrekking tot aanbouwen en bijgebouwen en de invoe
ring van een vergaande vrijstellingsbevoegdheid van Bur
gemeester en Wethouders teneinde in incidentele geval
len een billijke en soepele benadering van particuliere
behoeften mogelijk te maken"