-5-
De raad heeft in het onderhavige geval wederom te maken
met iemand die een aanbouwplan wil realiseren, zonder
aantasting van de ruimtelijke werking van Prinsenbeek,
doch hij wordt gebonden aan een vrije afstand van drie
meter
Hij pleit er voor om in dit soort aangelegenheden rui
mer te denken, omdat hier geen enkel belang van de ge
meenschap wordt geschaad, doch wel van de aanvrager.
Hij vindt het spijtig dat de letter van de wet wordt
toegepast
De voorzitter wijst er op dat indien aan iedereen vrij
stelling van voorschriften wordt verleend er geen bepa
lingen meer behoeven te zijn. Het "freies Ermessen"
doet dan intrede in de bouwwereld, zoals dat aan Peper
bos voorkomt. De bedoeling van de voorschriften is een
ijlheid van de bebouwing. Er moeten losse dementen
zijn en bepaalde aanbouwen moeten mogelijk blijven.
De vrijstellingsbevoegdheid wordt binnen de voorschrif
ten wel door het College gehanteerd, bijvoorbeeld bij
een groot perceel waar een aanbouw niet zo storend is
voor de overblijvende ruimte.
De Heer Dirven zegt dat in het voorliggende geval sprake
is van een achteraanbouw, die niet in het gezicht ligt.
Hij meent dat het niet juist is dat voor iedereen "carte
blanche" zou gelden omdat toch voor elke bouw of aan
bouw een vergunning moet worden gevraagd. Indien er dan
problemen op stedebouwkundig gebied ontstaan, zal vol
gens hem er niemand moeite mee hebben als een verzoek
wordt afgewezen. Hij zou het Kernplan daarom willen in
terpreteren in de zin zoals hij heeft aangegeven en
niet volgens de letter van de voorschriften.
De Heer van der Westen, Wethouder, wil niet nalaten er
op te wijzen dat honderden bouwaanvragen worden inge
diend. Naar verhouding worden ook die vergunningen ver
leend, ook sommige met toelaatbare afwijkingen. Die ge
vallen komen niet in de vergadering van de raad. De
schijn wordt daarom gewekt dat slechts een vergunning
gegeven zou worden die precies volgens de voorschriften
verleend kan worden.
De Heer Roeien wijst er op dat in de omgeving van het
gebied waarop de bouwaanvrage betrekking heeft, nog ge
heel intact is hetgeen op grond van het Kernplan is
vastgesteld, namelijk een vrije afstand van drie meter.
Hij is er voor een openheid in de bebouwing te houden.
Indien dit bezwaarschrift gegrond verklaard zou worden,
vreest hij dat in die omgeving meer aanvragen zullen
komen. Voor zijn fractie is dit de reden om het voor
stel van het College te steunen.
De Heer Dirven begrijpt niet dat in een door hem bedoeld
geval aan Peperbos wel een aanbouw geplaatst mocht wor
den en in dit geval juist niet. Hij pleit voor een her
bezinning over het Kernplan 1972.