-7- De voorzitter zegt dat eerst tot onteigening kan worden overgegaan nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is goedgekeurd. Het plan is wel goedgekeurd, doch de Heer Machielsen is daarvan in beroep gegaan bij de Kroon. Het is niet te verwachten dat deze goedkeuring op korte termijn zal worden verleend, waardoor de termijn voor onteigening expireert. Daarom moet het besluit worden ingetrokken. De Heer Dirven vraagt in welke rechtspositie de Heer Machielsen dan komt. Mag hij op zijn grond in het plan bouwen, is zijn vraag. De voorzitter zegt dat op grond waarover bezwaar is in gebracht, niet gebouwd kan worden. Indien hij zijn be zwaar tegen het bestemmingsplan zou intrekken, is het niet de bedoeling hem de gelegenheid te bieden zelf te bouwen op zijn grond omdat hij dan de door de gemeente aan het bouwrijpmaken bestede kosten in zijn zak steekt. De Heer Roeien vindt het juist het destijds genomen ont- eigeningsbesluit in te trekken. Hij attendeert het Col lege er wel op om tijdig voorbereidingen te treffen om een nieuw besluit te nemen. Om louter administratieve redenen moet dit besluit ingetrokken worden. De Heer Jansen zou niet verder willen gaan dan de in trekking van het besluit om administratieve redenen en niet om principiële redenen. Aan het besluit tot intrek king dient die mededeling verbonden te worden. De voorzitter en de leden zijn het hiermede volledig eens Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 14. Nota inzake overdracht gemaal en persleiding in Peper bos aan het Hoogheemraadschap West-Brabant. De Heer Roeien deelt mede, dat hij na afloop van de com missievergadering nog enige informatie heeft getrokken. Het is hem bekend dat de gerezen controverse ook in enige andere gemeenten, namelijk Breda en Rucphen, aan de orde is. Zijn fractie,en ook in de commissie is daarover gesproken, voelt er niet veel voor om dit ge schil aan de Kroon voor te leggen, omdat daarvan slechts een beslissing in negatieve zin is te verwachten. Op basis van de Verordening bestrijding verontreiniging oppervlaktewater heeft de provincie een taak opgelegd aan de waterschappen. De middelen, waaronder de zuive ringsinstallaties, moeten aan de waterschappen worden overgedragen en het is hem bekend dat de door nem genoemde gemeenten de geschillen aan het College van Gedeputeerde Staten hebben voorgelegd en met haar hebben besproken. Hij zou daarom het geschil bij Gedeputeerde Staten op tafel willen deponeren. Het geval Rucphen is inmiddels bij de Kroon aanhangig omdat het overleg niet tot re sultaten heeft geleid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 43