-8- vervanging keuken, deuren en kozijnen. Hij zou dit niet ernstig vinden indien niet enige van de desbetreffende huurders niet aan renovatie willen meedoen in verband met de op te leggen huurverhoging. Indien echter het onrenda bele gedeelte uitsluitend uit de risicoreserve wordt ge dekt, betekent dit dat degenen die niet meedoen aan de renovatie, in de toekomst wel de vervanging van versleten onderdelen van hun woning uit het onderhoudsfonds kunnen claimen. Een gedeelte van de renovatie zouden zij op die wijze toch krijgen, doch het zou uit een andere pot worden betaald en daarvoor zullen zij geen huurverhoging behoeven te betalen. Hij vraagt daarom aan het College over de verdeling van de posten nader overleg te plegen om in de toekomst onge wenste consequenties te vermijden. Het bedrag dat nodig is voor de investering wil hij daarmede niet ophouden en het gaarne voteren. Zijn fractie is overigens erg blij met dit voorstel, al is hij wel geschrokken van de kosten. De Heer Dirven is ook blij met het voorstel. Enige vragen, die ook in de commissie financiën zijn gesteld en niet in het verslag zijn opgenomen, wil hij nog stellen aan het College. Hij vraagt naar de uitwerking van de bedragen tot dekking van de jaarlijkse lasten, waarvan door het College een specificatie is toegezegd, zij het dat die toezegging onder voorbehoud is gedaan wegens ziekte van een ambtenaar Hij meent dat het woordje "rijk" in punt 3 van het verslag van de commissie is weggevallen en vraagt hierover uit sluitsel De Heer van der Westen, Wethouder, zegt, dat de in de com missie gestelde vragen zijn nagegaan en meent dat een ant woord kan worden gegeven. Het rijk noemt het onderhanden te nemen werk een renovatie omdat het niet alleen onderhoud doch ook verbetering van woningen inhoudt. Indien de huurders de volledige jaar lijkse lasten zouden moeten betalen, zou het voor hen on mogelijk zijn. Omdat er anderzijds een gedeelte onderhoud in de investering is opgenomen, gaat het rijk akkoord met een heffing van de huurders van 2%% van de geïnvesteerde kosten. Van het resterende gedeelte wordt, na aftrek van huur, 50% door het rijk en 50% door de gemeente voor haar rekening genomen. Indien verbetering en onderhoud los van elkaar zouden worden gemaakt en het onderhoud via het on derhoudsfonds zou worden betaald en het andere via de renovatie-regeling, zou het rijk zich terugtrekken omdat het dan weer onder een andere regeling valt voor een rijks bijdrage. Het dwingend opleggen van een huurverhoging aan de bewoners, die weigeren aan de renovatieplannen mee te doen, is niet mogelijk. Hij vindt het jammer dat daarom deze woningen nu niet gerenoveerd en niet van een centrale verwarmingsinstallatie kunnen worden voorzien. Deze bewoners hebben wel recht op het normale onderhoud uit het onderhoudsfonds. Dit weegt niet op tegen het bij de renovatie gebodene -De Heer Jansen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 57