-9- De Heer Jansen is dit wel duidelijk en hij vindt het ook wel aanvaardbaar, zoals het door Wethouder van der Westen wordt gesteld. Toch blijft er wel een stukje onrechtvaar digheid over, waarmede de overheid geen rekening houdt. Degenen die in de toekomst een kapotte buitendeur heeft, krijgt een nieuwe deur uit het onderhoudsfonds en degene die nu meedoet en ook een nieuwe buitendeur krijgt, be taalt een huurverhoging waarvan het grootste gedeelte uit subsidies komt. Er zal in de toekomst een kleiner fonds zijn voor onderhoud omdat nu niet elke bewoner meedoet. Hij vindt het echter beter het voorstel te aanvaarden, maar hij attendeert het College er echter uitdrukkelijk op dat degenen die wel een huurverhoging betalen in een latere periode, wanneer zij onderhoud aan hun woning nodig hebben, een kleinere pot voor onderhoud aantreffen dan bij deelname van eenieder. Hij vindt dit niet juist. Hij vindt het te bereiken doel echter belangrijker. Wethouder van der Westen bevestigt, dat het woord "rijk" in punt 3 van het verslag is weggevallen. Naar aanleiding van een vraag van de Heer Dirven zet hij daarna uiteen welk overleg er met de betrokken bewoners is geweest van de zijde van het College. De weigeraars zijn daarbij vrij snel naar voren gekomen. Gesprekken met het Ministerie van Volkshuisvesting hebben er toe geleid, dat het rijk met een minder aantal gevallen van renovatie genoegen heeft genomen. Hij denkt degenen die te kennen hebben gegeven niet aan het renovatieplan mee te doen, nogmaals persoonlijk te be zoeken en met hen te bespreken of het haalbaar is dat zij alsnog meedoen. De renovatie is niet alleen van belang voor de huidige huurder, maar ook voor de opvolgende be woner. Het weglaten van een bepaald gedeelte van de verbe teringen is niet mogelijk, misschien wel het weglaten van de centrale verwarming. Indien bijvoorbeeld slechts het uiterlijk zou worden verbeterd, is dat bovendien een ver keerde voorstelling van zaken bij het Ministerie van Volks huisvesting omdat deze instantie over de tekeningen beschikt. Het lid Roeien mist in het sluitstuk van het voorstel de bijdrage van het rijk. Hij vraagt of deze bijdrage reeds op andere basis is toegezegd. Hij bedoelt de dekking van de jaarlijkse lasten. De Heer van der Westen deelt mede, dat de gemeente via het aanvragen van rijkssteun deze bijdrage van het rijk zal ontvangen. Hij voegt er overigens nog aan toe dat, indien de weigeraars alsnog willen meedoen, de daarvoor nodige kredieten begrepen zijn in de bedragen die in het voorstel zijn genoemd, zodat voor deze gevallen niet opnieuw bij het rijk een aanvrage behoeft te worden ingediend. Na de afwikkeling van de verbetering moet aan het rijk rekening en verantwoording van de kosten worden gedaan. Het lid Nagelkerke vraagt of er geen enkele mogelijkheid is om alle 22 woningen te verbeteren, bijvoorbeeld door doorstroming of huursubsidie. -De Heer van der Westen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 58