-4- De voorzitter vindt het begrijpelijk dat de Raad in dit geval medewerking wenst te verlenen en dat zou dan be tekenen dat het College gehouden is de verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten te vragen. Indien deze verklaring wordt overgelegd moet betrokkene met zijn bouwplan voor een definitieve beslissing bij de Raad terecht. De Heer Dirven zegt tegen lintbebouwing te zijn en door aanvaarding van dit beroepschrift is dat het gevolg. Hij wenst daarom een stemming over het voorstel. Uit de stemming blijkt dat vijf leden (de Heren Dirven, van Seventer, van der Westen, Hennekam en Nagelkerke) vóór het voorstel stemmen en acht leden (de Heren Vissers, Jansen, Hermans, de Hoon, Roeien, van der Bom, de Greeuw en Houtepen) tegen het voorstel, zodat het beroepschrift gegrond wordt verklaard. 7Voorstel tot aanwijzing van leden van de algemene ver gadering van het Hoogheemraadschap West-Brabant. De voorzitter deelt mede, dat de leden van de Raad in laatste instantie in fotocopie nog een schrijven hebben ontvangen met de naam van een kandidaat, waarmede deze zaak afgerond wordt voorgelegd ter beslissing. De Heer Hennekam wenst buiten de agenda om in te spelen op persberichten van de laatste tijd omtrent de benoeming van leden van het Hoogheemraadschap, met name de benoe ming van de Heer Mater, Burgemeester van Oosterhout. Tegen de laatste benoeming is geprotesteerd door een ge meenteraadslid van Gilze-Rijen, welk lid toevallig ook de naam Hennekam draagt. Tijdens spreekbeurten heeft hij bemerkt dat zijn naam met die van het gemeenteraadslid van Gilze-Rijen wordt verward. Hij voegt er nog aan toe, dat hij de mening van de Heer Hennekam uit Gilze-Rijen ook niet deelt. De Heer Dirven vindt dat de woonplaatsen van de twee kandidaten ongunstig zijn voor Prinsenbeek. De gemeente Prinsenbeek is bij de indeling van de groep gemeenten samen met Rijsbergen betrokken bij de gemeenten van het Donge-stroomgebied. Hij vindt dit qua telling van stemmen en klassering van het gebied een onduidelijke zaak. Bovendien is hem be vestigd dat het kwaliteitsbeheer van het water van de Donge niet onder het gebied van het Hoogheemraadschap berust. Hij had voor Prinsenbeek een indeling bij de gemeente Etten-Leur gewenst. De Heer Roeien heeft het gevoel gekregen dat deze zaak gerelateerd zou moeten worden aan een stroomgebied. Hij wijst er op dat men te maken heeft met de incorporatie van kwaliteits- en kwantiteitsbeheerDestijds was het waterschap West-Brabant uitsluitend belast met de water zuivering en dat voor wat betreft het bestuur in een sleutelverdeling van 10 (gebouwde en ongebouwde eigen dommen): 10 (huishoudelijke vervuilers) 10 (indus triële vervuilers).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 68