f I -5- I In de nieuwe taak van het Hoogheemraadschap is men naar de sleutel 10:10:15 gegaan (15 voor gebouwde en onge bouwde eigendommen), doch het is duidelijk dat de 10 leden van de huishoudelijke vervuilers ingevuld dienen te worden volgens een bepaalde norm. Daarvoor heeft men I groepen van gemeenten ingedeeld, vrij dicht bij elkaar gelegen om te komen tot een aantal inwoners, zodanig dat de groepen gelijk zijn. Met de indeling in groepen heeft hij geen moeite omdat dat een zo groot mogelijke benade ring geeft dat de inwoneraantallen verantwoord kunnen beslissen in de aanwijzing van de 10 leden. i Hij heeft persoonlijk wel enige moeite met de weinige informatie omtrent de twee genoemde kandidaten, met name over de kwaliteiten van deze personen. De Heer Dirven zegt dat alle andere gemeenten in het ge bied per groep bij elkaar zijn gelegen. Prinsenbeek is volgens hem als restgemeente ingedeeld. Ook gelet op de stemmenaantallen die de Raden hebben ziet I hij geen noodzaak om de indeling op deze wijze te maken. De Heer Roeien zegt dat de groepen qua inwoneraantal zo veel mogelijk gelijk moeten zijn. Binnen de groep is er een gewogen stemrecht naar inwoneraantal, hetgeen hij juist vindt. Beneden 5.000 inwoners heeft de gemeenteraad één stem; tussen 5.000 en 15.000 inwoners twee stemmen; I hetgeen voor een goede onderverdeling nodig is. De Heer Dirven vindt het gestelde door de Heer Roeien een ondersteuning van zijn gedachte dat het niet noodza kelijk is de stemmen van Prinsenbeek en Rijsbergen bij de Donge-gemeenten te voegen. Hij denkt dat de Raad kan stellen zich als gemeente niet thuis te voelen in de gemaakte indeling. Ook vindt hij het moeilijk te stemmen omdat sommige leden van de Raad misschien de Heren Dosker en van der Weijden kennen, doch hem is hun kwaliteiten niet bekend. De Heer Roeien wijst er nog op dat bezwaren tegen de groepsindeling van de gemeenten in oktober 1976 gemaakt konden worden, hetgeen toen niet is geschiedt. Hij vindt het niet juist om hierop nu terug te komen. I De Heer van der Westen zegt, dat de Heer van der Weijden, die Burgemeester is van de gemeente Alphen en Riel, elders dijkgraaf is. Hij is iemand met ervaring op het gebied van waterschappen. De Heer Dosker is Burgemeester van Dongen en die gemeente heeft tot dusverre ook zitting gehad in het bestuur. Behoud van een bestuurszetel is dan begrij- pelijk en ook van belang in verband met de Donge. De voorzitter stelt voor over te gaan tot schriftelijke stemming en één naam op het stembriefje te vermelden. Er wordt één kandidaat aangewezen en de gemeente Prinsenbeek heeft de bevoegdheid om twee stemmen uit te brengen. Bij de eerste vrije stemming worden 13 geldige stemmen j uitgebracht, waarvan 6 op de Heer Dosker, 4 op de Heer van der Weijden en 3 stemmen op de Heer Demmers. De voorzitter constateert dat er geen volstrekte meerder heid is en een tweede vrije stemming noodzakelijk is, waartoe hij overgaat. I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 69