-10-
Niettemin had hen dit meer dan een jaar bekend kunnen
zijn en ook bepaalde leden van de Raad waren ervan op
de hoogte, omdat bij de begrotingsbehandeling in 1975
reeds op woningbouw voor de bejaarden is aangedrongen
wegens de bestaande behoefte.
Het al dan niet overnemen van een schetsplan van het
stichtingsbestuur door de gemeente is een zaak van het
gemeentebestuur en de mogelijkheid daarvan is nog te
bezien. Het College heeft uit de door de Heer van der
Bom bedoelde brief niet direct begrepen dat het stich
tingsbestuur om een onderhoud vroeg. Ook de zin van een
onderhoud betwijfelt hij. Uitdrukkelijk stelt hij nog
maals dat de gemeente de woningen zal bouwen. De Raad
zal het beheer toewijzen. Hij vraagt nogmaals de tijd
niet langer te rekken dan nodig is, omdat de bejaarden
dan de dupe worden.
De Heer Roeien beaamt dat in 1975 gesproken is over be
jaardenwoningen, doch toen was ten aanzien van de plaats
bepaling nog niets duidelijk. Er waren toen leden die
tendeerden in de richting van het bouwen van bejaarden
woningen in het bestemmingsplan de Staart. De plaats
stond toen volgens hem niet vast.
De Heer Jansen voelt zich niet geroepen over deze zaak
in debat te gaan.
De Heer Hennekam zegt dat aan de Raad enige tijd geleden
is medegedeeld dat op het terrein aan de Middenweg be
jaardenwoningen gebouwd zouden gaan worden, waarbij dui
delijk gesproken is over GertrudisoordDit mag volgens
hem gezegd worden om in de toekomst teleurstelling te
voorkomen. Er is toen door de Raad niet op gereageerd.
Het verwondert hem daarom dat er nu andere geluiden komen
met alle respect die hij overigens voor Hagedonk heeft.
De voorzitter begrijpt dat de Heer van der Bom informatie
vraagt als door de gemeenteraad aangewezen bestuurslid
van de Stichting Hagedonk. Voorts bevestigt hij dat het
gaat om de bouw van bejaarden-woningwetwoningen door de
gemeente en niet door de Stichting Gertrudisoord.
De Raad beslist over de toewijzing van het beheer van deze
woningen; de Stichting Hagedonk is bezig zich aan te mel
den als kandidaat voor het beheer; Gertrudisoord heeft
zich eerder gemeld; hij stelt zich voor dat tegen het
tijdstip van gereedkomen van de woningen de Raad een be
slissing daarover neemt.
De Heer Dirven meent dat aanvankelijk gesteld is dat de
bouw aangevraagd is door de Stichting Gertrudisoord,
doch nu wordt gesteld dat de gemeente deze zal bouwen.
Hij vindt dit een essentieel verschil.
De Heer van der Westen bevestigt dat de Stichting Gertru
disoord aan het gemeentebestuur heeft gevraagd of zij be
reid is om woningwetwoningen voor bejaarden te bouwen,
doch de gemeente dient het bouwplan in.