-5-
De Heer Roeien wil het besluit dat de Raad neemt in
een voorstel verwerken, hetgeen ook voor de goedkeu
ring nodig is. Hij vraagt dat voorstel alsnog aan de
Raad toe te zenden.
De voorzitter zegt toe het besluit van de Raad aan
de leden te zullen toezenden.
De Heer Dirven vraagt of het College reeds bepaalde
gedachten inzake de uitvoering van het gemeenschaps-
werk heeft.
De voorzitter zegt dat het College wel bepaalde ge
dachten heeft doch deze zijn nog niet verder ontwik
keld omdat eerst concreet op deze zaken kan worden
ingegaan indien bekend is met welke gebouwen men re
kening moet houden. Het rapport van het provinciaal
opbouworgaan biedt enige uitgangspunten en daarnaast
meent hij dat het College een goed gevoel voor dit
werk heeft, mede na overleg met raadsleden en belang
hebbenden.
Hij zegt dat de Raad binnen niet al te lange tijd een
discussienota mag verwachten over het gemeenschaps-
werk.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten tot aankoop van de gebouwen
de Looi en Eikebos met ondergrond
overeenkomstig het mondeling voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
De Heer Jansen vindt dat dit agendapunt, dat vrij ge
makkelijk door de Raad is aanvaard, een mijlpaal is
binnen de gemeente.
Hij zegt dat door dit besluit het mogelijk is een weg
te openen naar een open beleid binnen de gemeente
voor het gemeenschapswerkHij wenst het College in
deze veel wijsheid toe om met een sluitend voorstel
te komen dat maximale mogelijkheden biedt voor dit
moment. Hij is erg benieuwd en belangstellend naar de
uitwerking van dit punt. Hij is blij met het eensge
zinde uitgangspunt, dat de Raad heeft ingenomen.
4) Nagekomen stukken en mededelingen.
a) Bezwaarschrift tegen besluit tot uitspreken van een
voorkeur voor de woonwagenlokatie
De Heer Jansen biedt, na de overhandiging van een
schriftelijk advies aan de Raad, excuses aan voor
het feit, dat het eerste advies van de commissie be
zwaarschriften ingevolge de wet AROB is om de be
slissing op het bezwaarschrift van Jhr.Mr.Quarles
van Ufford en 34 anderen te verdagen. De wet biedt
60 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift de
gelegenheid een beslissing te nemen. In het eerste
onderhoud met de bezwaarden is medegedeeld, dat
uitspraak zo mogelijk in de vergadering van 2 juni
zou worden gedaan en hij vindt het niet juist om
van een toevallige tussentijdse vergadering gebruik
te maken en de publieke tribune niet de gelegenheid
-te geven-