-5- de bemerking dat bij een besluit van de Raad om in te gaan op de inhoudelijke bezwaren van het bezwaarschrift voorbij gezien wordt aan de omstandigheid dat de Raad in een volgend stadium nog niet alle weegbare factoren voor andere lokaties onder één noemer heeft gezien. Indien de Raad het besluit intrekt op grond van de be zwaren die ingediend zijn, kan hij niet terug naar de zelfde lokatie. Hij vindt het advies van de commissie dan ook aanvaardbaar, omdat in dat geval elke lokatie open blijft. Indien de betrokkenen vinden dat een onjuiste beslissing genomen is, hebben zij recht van beroep op de Raad van State De Heer Dirven meent, dat de Raad met het schap volgens de op 31 maart aanvaarde wijziging van de gemeenschappe lijke regeling binnen drie maanden de plaats moet aanwij zen, waarop de voorzitter en de Heer Jansen repliceren, dat dit formeel niet mogelijk is omdat de regeling nog niet is goedgekeurd en afgekondigd. De Heer Dirven constateert daarna dat de Raad te vroeg is geweest met het uitspreken van een voorkeur voor een lokatie, doch dit is een gevolg van het aandringen van de gedeputeerde. De voorzitter zegt dat de gedeputeerde Einmahl op 1 febru ari de gemeente heeft bezocht en dat hij voor 1 mei aan het College van Gedeputeerde Staten voor onder andere Prinsenbeek een lokatie moest hebben. Formeel is vol gens de regeling echter de aanwijzing van de lokatie in handen van het Woonwagenschap, nadat de gemeente daar omtrent één of meer plaatsen heeft aangewezen c.q. voor keur heeft uitgesproken. De lokatie moet rechtskracht vinden in eeh bestemmings plan. Hij vindt daarom dat de Raad nu een besluit moet nemen, dat weliswaar juridisch-formeel van aard is, doch dat de weg voor de toekomst vrij houdt. Hij bevestigt dat de gedeputeerde niet de formele bevoegd heid heeft om de gemeente tot aanwijzing van een plaats te dwingen. De Heer Roeien meent dat het Brabantse woonwagenbeleg gingsplan, zoals hij het noemt, nog deze maand op het bureau van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk zal liggen. Dan staat vast, dat op het Ministerie een schriftelijk stuk aanwezig is, waarop een bepaalde lokatie in de gemeente Prinsenbeek rood omlijnd is. Hij dringt er daarom op aan op korte termijn tot een nieuwe uitspraak te komen, nadat een herbezinning heeft plaats gevonden. De voorzitter zegt dat drie besluiten mogelijk zijn. Het eerste is: de Raad besluit het advies van de commissie te volgen. Ten tweede: de Raad vindt dat de commissie op grond van de ingediende bezwaren onjuist heeft geadviseerd -en dat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 89