-5-
in het buitengebied, die ook ten laste van de algemene
middelen zijn gebracht, hoewel de voorzieningen vooral
nut hebben voor de bewoners van het buitengebied.
Vervolgens stelt hij dat ook de raad regelmatig een beroep
doet op subsidies van de provincie en het rijk. Met name
doelt hij op D.A.C.W.-subsidie
Een beroep op deze subsidiebron kan door het gemeentebestuur
in het vervolg vergeten worden. Hij zou, redenerende voor
de subsidiegever, er niet over peinzen om een gemeente,
die belastingen vermindert, in financieel opzicht tege
moet te komen.
Ten opzichte van de bewoners is het advies van de commissie
ook niet eenvoudig te verdedigen. Ten opzichte van de be
woners van de Groenstraat moet het betrekkelijk ongeloof
waardig overkomen als dezelfde gemeenteraad nu tot ver
mindering van de baatbelasting besluit.
De bewoners kunnen zich afvragen waarom destijds de duim
schroeven in hun situatie zo aangedraaid zijn en waarom de
raad toen niet wat royaler geweest is.
Ook op korte termijn ziet hij financiële bezwaren, gelet
op het investeringsschema, waarvan de voorzitter een klein
gedeelte heeft genoemd. Over de afschrijving van Eikebos
is nog geen besluit genomen.
Hij vindt dat de nieuw optredende raad beslissingen moet
kunnen nemen over de investeringen, waarvan de financiële
consequenties in de toekomst een rol spelen. De nieuwe raad
komt deze vrijheid van beleid toe, ook al wijzigt de samen
stelling van de raad slechts gering.
Ten aanzien van het betoog van de heer Dirven merkt hij op,
dat de onroerend goedbelasting niet in de plaats mag en kan
komen van de baatbelastingen.
De reden van de onroerend goedbelasting is vereenvoudiging
door het vervallen van de straat-, grond-, personele en
vermakelijkheidsbelasting. De baatbelastingen vallen niet
daaronder. Deze belastingen hebben geen direct verband met
elkaar. Hij vindt dit daarom geen principeel uitgangspunt.
De benadering is erg pragmatisch. Die benadering vindt hij ook
terug bij de heer Vissers met zijn voorbeeld van de baat
belasting riolering oude kom. Het afschaffen van administra
tive rompslomp bij deze belasting is er wel, doch het is
geen principieel uitgangspunt voor afschaffing.
Niettemin kan hij zich afschaffing van deze belasting wel
voorstellen als gelet wordt op de looptijd, die niet erg
lang meer is. De financiële consequenties zijn in dit geval
dan ook niet groot. Ten aanzien van de andere baatbelastingen
vindt hij vermindering een kortzichtige politiek, temeer
omdat men voor belangrijke investeringen is gesteld. Toe
voeging aan een bestemming sreserve heeft als het voordeel dat
de raad er ten alle tijde over kan beschikken. Toevoeging aan
de algemene reserve vermindert die mogelijkheid.
Het klinkt weliswaar volgens hem sympathiek om voor een klein
gedeelte van de bevolking de belastingen te verminderen, doch
het is niet op redelijke argumenten gebaseerd.